Centraal-Aziatische samenwerkingsorganisatie opgericht
De leiders van Rusland, China en vier Centraal-Aziatische landen hebben vrijdag hun regionale veiligheidsorganisatie opgewaardeerd tot een volwaardig samenwerkingsverband dat de handen ineen zal slaan om terreur te bestrijden. De Russische president Vladimir Poetin gebruikte de regionale bijeenkomst ook om China gerust te stellen over zijn inspanningen om de banden met het Westen te verstevigen.
Het handvest van de Samenwerkingsorganisatie van Shanghai werd door Poetin, de Chinese president Jiang Zemin en de leiders van de voormalige sovjetrepublieken Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Oezbekistan in Sint-Petersburg ondertekend. De zes leiders werden het tevens eens over het opzetten van een regionale antiterreurorganisatie, waarvan het hoofdkantoor in Kirgizië gevestigd zal worden.
De groep werd aanvankelijk in 1996 door vijf landen opgericht in Shanghai. Oezbekistan sloot zich vorig jaar aan bij de organisatie, die in eerste aanleg bedoeld was om de spanningen langs de 7.500 kilometer lange grens van China met de andere lidstaten te verminderen. De laatste tijd is de groep meer gefocust op bestrijding van extremisme, terrorisme en separatisme.
Poetin heeft deze week getracht de ongerustheid bij China over de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het grondstoffenrijke gebied voor de oorlog in Afghanistan weg te nemen, door er op te wijzen dat die aanwezigheid van belang is voor het verslaan van islamitische extremisten die de hele regio dreigen te destabiliseren. Hij zei in een interview dat Rusland de Verenigde Staten niet langer als een rivaal, maar als een partner in de betrekkingen met andere voormalige sovjetrepublieken beschouwt. Donderdag had Poetin een afzonderlijk gesprek met zijn Chinese ambtgenoot Jiang om hem over de warmere betrekkingen van zijn land met de VS en de NAVO gerust te stellen.