„Jeugdzorg moet weg bij de provincies”
DEN HAAG (ANP) – De provincies moeten niet langer verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg. De hulpverlening voor jongeren moet dichter bij de burger in gemeenten komen te staan. Dat is een taak voor de gemeenten.
Dat stelt jeugdcommissaris Steven van Eijck, voorman van Operatie Jong, die begin volgend jaar een advies moet geven over het jeugdbeleid. Ook CDA-fractievoorzitter Verhagen riep dit onlangs. Maar de provincies zijn het daar niet mee eens.„Bij het jeugdbeleid zijn te veel partijen betrokken die maar voor een deel verantwoordelijk zijn. Niemand heeft echt de eindverantwoordelijkheid. Daar gaat het fout", zegt Van Eijck vrijdag in het tijdschrift Binnenlands Bestuur. Hij wil die verantwoordelijkheid neerleggen bij de wethouder. Die moet aanspreekbaar zijn en de bevoegdheid hebben om in te grijpen.
Nu zijn gemeenten alleen verantwoordelijk voor het preventief jeugdbeleid. Ze moeten zorgen dat jongeren niet in de problemen komen. Zodra het fout is gegaan, nemen de provincies het over. Die krijgen voor de bureaus jeugdzorg jaarlijks ruim 1 miljard euro uit verschillende potjes van de ministeries van Justitie en Volksgezondheid. Gemeenten kregen vorig jaar 3,4 miljoen euro voor opvoedings- en gezinsondersteuning.
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) is boos over het standpunt van Van Eijck en Verhagen. De provincies kregen een jaar geleden juist de opdracht om de Bureaus Jeugdzorg tot het centrale loket voor jongeren te maken. Daar is tientallen jaren over gediscussieerd, stelde IPO-voorzitter J. Franssen. Hij vindt dat de jeugdzorg niet opnieuw in onzekerheid moet worden gestort. Bovendien waarschuwen de provincies voor versnippering van de jeugdzorg.