Nieuwe termijn voor uitlevering Mladic
DEN HAAG/BELGRADO (ANP/AFP) - Ratko Mladic moet in Den Haag zijn voordat in december de tiende verjaardag van het Dayton-vredesakkoord wordt gevierd, waarmee een einde kwam aan de oorlog in Bosnië (1992-95).
Dat verklaarde hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het Joegoslavië-tribunaal donderdag na gesprekken met de leiding in Belgrado.Eerder had de Zwitserse andere termijnen gesteld voor de voortvluchtige voormalige Bosnisch-Servische legerleider. Zo repte zij over 11 juli, de tiende verjaardag van de val van Srebrenica, of 5 oktober, de vijfde verjaardag van de omverwerping van het Milosevic-bewind in Joegoslavië. „Nu hebben wij een ander ultimatum”, aldus Del Ponte, die niet op vragen van journalisten wilde antwoorden.
Zij toonde zich „zeer verheugd” over de verbeterde samenwerking van Servië-Montenegro op andere terreinen, zoals de toegang tot getuigen en de overdracht van documenten. Ook zijn door toedoen van Belgrado sinds oktober 2004 zestien andere voortvluchtige verdachten naar Den Haag gekomen.
Toch blijft de spoedige uitlevering van de hoofdverdachten een van de kopzorgen van het tribunaal, dat van de VN-Veiligheidsraad in 2008 de processen in eerste aanleg en in 2010 de beroepszaken moet hebben afgerond. Het is volgens tribunaalpresident Theodor Meron nu al duidelijk dat het ultimatum van 2008 niet wordt gehaald.
De zogeheten ”voltooiingsstrategie” leunt zwaar op het terugsturen van de ’kleine vissen’ naar de Balkan zodat die daar terecht kunnen staan voor nationale rechters. Gisteren werd voor het eerst een tribunaalverdachte teruggestuurd, de Bosnische Serviër Radovan Stankovic (36) die in Sarajevo zal moeten terechtstaan voor het staatsgerechtshof. Bij dit enige Bosnische hof dat beide entiteiten overkoepelt -de Republika Srpska en de moslim-Kroatische federatie- is een speciale oorlogsmisdadenkamer geschapen. Een extra waarborg voor kwaliteit en onpartijdigheid moet de aanwezigheid zijn van ’internationale’ rechters, zoals de Nederlander Brilman.
Het Joegoslavië-tribunaal sprak gisteren naar aanleiding van de overdracht van Stankovic dan ook van een „mijlpaal.” Stankovic zal terecht moeten staan voor zijn rol bij de massale verkrachting van moslimvrouwen in het Oost-Bosnische Foca in 1992. Stankovic, die niet gelooft in de onpartijdigheid van het Staatsgerechtshof, had zich met hand en tand verzet tegen uitlevering aan de „moedjahedien-rechtbank”, zoals hij het tijdens een hoorzitting noemde.