Een Britse woordvoerder noemde de atmosfeer tijdens het overleg „constructief” en zei dat er vooruitgang was geboekt. De woordvoerder wilde niet in detail treden, maar zei dat de Britse regering uitziet naar een volgende ontmoeting.

Advocaten van de nabestaanden van de slachtoffers van de aanslag in 1988 hebben gezegd dat Libië 10 miljoen dollar schadevergoeding per familie heeft aangeboden, oftewel een totaal bedrag van 2,7 miljard dollar. Libië zou het geld in termijnen willen uitkeren, afhankelijk van de opheffing van de sancties die door de VN en -los daarvan- ook door de VS zijn opgelegd.

Schadevergoeding is een van de voorwaarden voor opheffing van de sancties. Libië moet daarnaast de verantwoordelijkheid voor de aanslag op zich nemen, terreur afzweren en alle informatie met betrekking tot de aanslag ter beschikking stellen.

Een officier van de Libische inlichtingendienst is vorig jaar door een tijdelijke Schotse rechtbank op Nederlands grondgebied wegens de aanslag veroordeeld.

De Britse woordvoerder zei dat het aan de nabestaanden en niet aan de regering is om te beslissen of zij op het compensatieaanbod ingaan. „De vereisten van de resoluties zijn zo helder als wat. Als dit een oprecht aanbod is, dan is het een positief signaal dat Libië het serieus neemt. Maar het is nog te vroeg om er met betrekking tot de sancties iets over te zeggen”, zei de woordvoerder.

De woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Richard Boucher, zei vanuit Washington dat Libië aan alle eisen moet voldoen voordat de VN-sancties kunnen worden opgeheven. Bovendien valt pas dan over de opheffing van bilaterale Amerikaanse sancties te praten. De Verenigde Staten eisen van Libië dat het stopt met het verwerven van massavernietigingswapens en rakettechnologie.