Roep om aanpassing schuldenbesluit
WASHINGTON (ANP) - Ruim een week na de top van de Verenigde Naties in New York staat armoede opnieuw op de internationale agenda. Komend weekeinde buigen ministers zich over de vraag hoe het plan voor schuldkwijtschelding voor arme landen concreet gestalte moet krijgen. De druk op de rijke landen om het voorstel aan te passen is de afgelopen weken toegenomen.
Het schuldenvraagstuk staat op de agenda van de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank, komend weekeinde in Washington. Een belangrijke vraag is hoe het voorstel tot kwijtschelding moet worden gefinancierd en onder welke voorwaarden. Namens Nederland nemen de ministers Zalm van Financiën en Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) deel aan de beraadslagingen in de Amerikaanse hoofdstad.Kwijtschelding van schulden is voor arme landen van groot belang. Ze kijken nu aan tegen torenhoge lasten waar ze in principe nog jaren aan vastzitten. Daardoor houden ze weinig geld over voor zaken als onderwijs en gezondheidszorg, die voor de ontwikkeling van een land heel belangrijk zijn.
Tijdens de top van de G-8-landen in Schotland in juli werd afgesproken de zogeheten multilaterale schulden van deze landen in één klap kwijt te schelden. Concreet betekent dit dat ze in één keer verlost zijn van de schuldbetalingen aan de Wereldbank, het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds (AfDF) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Hoewel het voorstel vooral onder hulporganisaties met gejuich werd ontvangen, was er ook kritiek te horen. Nederland denkt dat het voorstel een belangrijke bijdrage kan leveren aan het realiseren van de millenniumdoelen, die bedoeld zijn om de armoede te verlichten, maar vindt ook dat het G/8-voorstel losse eindjes vertoont.
Een belangrijk punt voor Nederland is dat toekomstige leningen van de Wereldbank en het AfDF niet in gevaar mogen komen. Daarom moeten er harde garanties komen dat de geldpotten van deze instituten worden aangevuld. Voor het IMF, waar de financiering voornamelijk intern wordt geregeld, geldt dat overigens ook. Nederland is zelf bereid die garanties te geven en hoopt dat alle andere landen volgen.
Voorkomen moet worden dat arme landen een sigaar uit eigen doos krijgen. Dat zou het geval kunnen zijn als het geld voor kwijtschelding uit bestaande ontwikkelingspotjes komt. Landen die nog niet 0,7 procent van hun bruto nationaal product (bnp) aan ontwikkelingshulp geven, zouden daarom met extra geld over de brug moeten komen, vindt Nederland. „Compensatie van schuldkwijtschelding moet niet een belofte, maar een solide commitment zijn”, aldus minister Zalm.
Volgens het huidige G-8-voorstel komen achttien landen in aanmerking voor schuldkwijtschelding. Het aantal kan in de toekomst groter worden, maar dan nog vallen een hoop landen buiten de boot. Ten onrechte, vindt Den Haag, dat pleit voor een meer gelijke behandeling. Verder vindt Nederland dat goed in de gaten moet worden gehouden hoe landen er financieel voorstaan, zeker bij het afsluiten van toekomstige nieuwe leningen.
Nederland staat in deze opvattingen niet alleen. Kort na het G-8-besluit waren er ook uit met name België, Zweden en Zwitserland kritiekpuntjes te horen. In Washington heeft het aantal landen dat voor aanpassingen pleit zich inmiddels uitgebreid. Elf zogeheten kiesgroepen (goed voor 36 procent van de stemmen) zitten inmiddels op dezelfde lijn.
Ook binnen de Europese Unie is aangedrongen op aanscherping van het voorstel, zeker waar het gaat om garanties die moeten voorkomen dat de rol van de Wereldbank in de toekomst niet mag worden uitgehold. Omdat enkele EU-landen ook in de G-8-zitten (Frankrijk, Duitsland, Italië en Groot-Brittannië), wordt de druk op de groep van rijke landen om het voorstel aan te passen groter.
Traditioneel komen de ministers van Financiën van de G-8 in Washington bijeen in de aanloop naar de jaarvergadering van de IMF en de Wereldbank. De uitkomst van dit G-8-overleg vormt een belangrijke inhoudelijke aanzet voor de beraadslagingen in Washington.