Rome geeft eeuwenoude straatstenen op
De Italiaanse hoofdstad neemt afscheid van zijn eeuwenoude plaveisel. Asfalt moet de veiligheid van onder andere fietsers bevorderen.
Rome raakt een monument kwijt. Het Colosseum blijft en ook het Pantheon en de Sint-Pieter. Maar de kenmerkende Romeinse straatsteen, de ”sampietrino”, moet plaatsmaken voor asfalt. De sampietrini ofwel de sintpietertjes, zo genoemd omdat ruim 500 jaar geleden bij de Sint-Pietersbasiliek de eerste stenen werden gelegd, horen bij het beeld van de Italiaanse hoofdstad.
De Romeinse variant van het kinderkopje is een driehoekige steen van basalt, waarbij de punt in de grond steekt. De steen, oorspronkelijk uitgehakt in de Apennijnen, maar de laatste tijd ook al afkomstig uit China, werd vereeuwigd door schrijvers en regisseurs. Maar ook hartgrondig gehaat. Door vrouwen wier naaldhakken geregeld tussen twee sintpietertjes bleven hangen en door weggebruikers. Op regenachtige dagen zijn de wegen zo glad als een spiegel en bochten nemen is hoe dan ook een gevaarlijke onderneming.
Het sintpietertje zou oorzaak zijn van de slechte staat van het Romeinse wegdek, dat zo abominabel is dat sommige autofabrikanten er hun schokdempers testen voordat ze hun nieuwe modellen op de markt brengen. Houden ze het in Rome, dan gaan ze nergens stuk.
Er is dan ook alle reden om afscheid te nemen van de straatsteen. Volgens de burgemeester van Rome hebben de sintpietertjes hun langste tijd gehad omdat ze meer ongelukken veroorzaken dan asfalt, ze voor meer lawaai zorgen en omdat de kosten voor het onderhoud dubbel zo hoog zijn.
Naar goed Italiaans (politiek) gebruik begon de eliminering van het sintpietertje in augustus, toen half Rome op vakantie was, waardoor de kans op oppositie het kleinst zou zijn. Inmiddels zijn bijna 2,5 miljoen sintpietertjes uit de grond gehaald. De komende maand moeten er nog 500.000 aan geloven.
Maar de meeste Romeinen zijn hoe dan ook niet boos. Het vooruitzicht op meer veiligheid en gemak stemt de inwoners, die normaal gesproken op hun achterste benen staan als het om verandering gaat, mild. De verkeersveiligheid in Rome, en elders in Italië, is een bron van zorg. Een kleine marmeren plaat bij een boom langs de weg die naar de Janiculumheuvel in Rome voert, herinnert aan een verongelukte fietser. Zulke particuliere herdenkingsstenen zijn overal aan de Italiaanse straatkant te vinden. Het kunnen automobilisten of scooterrijders betreffen, of fietsers.
Het is al jaren een gegeven dat Italië meer verkeersslachtoffers kent dan gemiddeld in Europa. Een nieuw feit is dat het risico dat je op je fiets wordt aangereden van heel het continent in Italië het grootst is. Uit cijfers van twee jaar geleden, die pas onlangs bekend werden gemaakt, blijkt dat er in 2003 in Italië onder fietsers 325 doden vielen en dat 11.000 mensen gewond raakten. Nummer twee en drie op deze zwarte lijst waren Frankrijk (249) en Nederland (199). Maar het aantal fietsers en het aantal afgelegde kilometers per fietser is in Nederland vele malen hoger. In Italië wordt wel gefietst, maar vooral in de platte Povlakte of door wielrenners.
In de bergen is fietsen niet populair. Ook niet in Rome, dat op zeven heuvels is gebouwd. Het aantal fietsers in de hoofdstad is op de vingers van één hand te tellen, behalve als eens per maand een deel van het historische centrum is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Men kijkt wel beter uit, met een wegdek van 500 jaar oud en verkeersdeelnemers zonder respect voor de regels.
Toch bieden de sintpietertjes weerstand. De grote doorgaande wegen worden weliswaar geasfalteerd, maar de straten van het historische centrum die autovrij zijn, houden hun Romeinse kinderkopjes. Sterker nog, de belangrijke Tritonenstraat (tussen Trevifontein en Spaanse Trappen), die nu van asfalt is, wordt autovrij gemaakt en krijgt een nieuwe bestrating van sintpietertjes. Zo blijft de straatsteen in Rome toch present.