Liever een abortus dan een overcompleet gezin
”Een kind moet een keuze zijn, geen ongelukje”. Ziehier de slogan waarmee de Indiase organisatie Parivar Seva aan de weg timmert. Als bepleiter van ”familyplanning”, als verspreider van -in eigen beheer vervaardigde- anticonceptiemiddelen, en… als aborteur. Al sinds 1978 helpt de organisatie mee de Indiase bevolking op deze manieren op peil te houden.
Inmiddels zijn er in alle hoeken van het land klinieken te vinden. Mary Stopes-klinieken worden ze genoemd, een verwijzing naar de initiatiefneemster Mary Stopes, die begin jaren ’70 in Londen de eerste klinieken opzette.
In die van de Zuid-Indiase stad Bangalore, word ik zakelijk maar gastvrij ontvangen door Vijaya Lakshmi, directrice van de Parivar-kliniek. Voordat we haar kleine kantoor bereiken, passeren we enkele vrouwen die achter gordijntjes liggen bij te komen van een ingreep. Verder oogt het vanbinnen als een gewone dokterspraktijk - maar schijn bedriegt! Lakshmi schat dat er per maand zo’n 250 abortussen worden gedaan, dat zijn er 3000 per jaar. De kosten: 550 roepies (ruim 10 euro) per behandeling, en dat is -zegt ze- heel wat goedkoper dan de abortussen in de grote ziekenhuizen, waar je enkele duizenden roepies kwijt bent voor een behandeling.
Soms doet ze het voor nog minder: 300, 400 roepies - wat de mensen maar kunnen betalen. Overigens worden abortussen gedaan tot en met een zwangerschapsduur van vijf maanden.
Parivar Seva vervult een spilfunctie bij het bevolkingsbeleid van de Indiase overheid - waar nogal wat geld vandaan komt om de goedkope behandelingen te bekostigen. Naast aborteren doet men voorlichtingswerk onder echtparen en jongeren, en verspreidt men -alweer: goedkope- anticonceptiemiddelen tot in de meest afgelegen dorpswinkeltjes.
Van de zwangerschapsvoorkomende middelen is sterilisatie de meest voorgeschrevene, althans voor die vrouwen die zich eerder hebben laten aborteren. „Als vast onderdeel volgt dan meestal sterilisatie”, zegt Lakshmi. We wijzen vrouwen erop dat steeds maar weer een abortus ondergaan, niet goed is voor haar lichamelijke en psychische gezondheid. „Twee kinderen is hier de norm, dan beschouwt men een gezin als compleet. Zij die geschoold zijn en werk hebben, gaan soms zelfs niet verder dan één kind.”
De vraag of een echtpaar zijn zin krijgt als het hier aanklopt met het verzoek een zwangerschap af te breken, enkel omdat het gezin met twee kinderen „compleet” is, beantwoordt Lakshmi volmondig met ja, want, zegt ze, dat is nu eenmaal iemands persoonlijke keuze. Ze zegt dat veel abortussen gebeuren omdat het vanuit financieel oogpunt, of fysiek of psychisch beter is voor de vrouw geen derde kind te krijgen.
Maar er zijn grenzen, voegt ze eraan toe. „Een meisje weghalen omdat het een meisje is, doen we niet, simpelweg omdat het bij de wet verboden is.” Ouders die om die reden aankloppen, vallen snel door de mand, zegt ze. „We hebben onze eigen intakegesprekken en leggen hun uitvoerige vragenlijsten voor. Ook vragen we hun of ze eerst een echo hebben laten maken.”
Lakshmi zegt dat de echo’s die in haar kliniek worden gemaakt ook onderworpen zijn aan strenge controle van de autoriteiten -zo moet iedere echoscopie worden gemeld- om misbruik voor sekseselectie te voorkomen.
Parivar Seva legt intussen sterke nadruk op de vrije keuze van de vrouw - voor of tegen abortus of anticonceptie. De vraag is of zij wel een vrije keuze hééft. In een studie over de Indiase bevolkingspolitiek (”Twenty-First Century India”, Oxford 2005), citeren de auteurs enkele wetenschappers die ontdekten dat „vrije keuze vaak ver te zoeken is. Beslissingen voor wat betreft vruchtbaarheid en sterilisatie worden gemaakt op het niveau van de familie. Het is vaak het resultaat van overleg tussen diverse familieleden.”
En in een studie over de situatie in Tamil Nadu wordt gesteld dat „beslissingen omtrent het krijgen van kinderen voornamelijk door de man werden genomen. Vrouwen hadden erg weinig in te brengen. Lieten ze merken dat ze behandeling liever uit wilden stellen, dan riskeerden ze de woede van de rest van de familie.”
Lakshmi zegt met dominante mannen, schoonzussen of schoonmoeders geen probleem te hebben. Wij zeggen dan altijd: „Breng ze mee, dan kunnen wij met hen praten.”