Buitenland

Als het verschil tussen blank en zwart wegvalt

Mr. Richard Donk
13 September 2005 08:50Gewijzigd op 14 November 2020 02:56

ST. GABRIEL - Nu het water in New Orleans langzaam maar zeker aan het zakken is en de meeste mensen de stad hebben verlaten, proberen forensisch specialisten met man en macht de vele doden te identificeren. Geen gemakkelijke taak, legt dr. Louis Cataldie uit. „Vaak kunnen we zelfs niet eens meer zien of het slachtoffer zwart of blank was.”plattekst rafelen (u20,1,0(”Price & Hoover Export Warehouse”. Tot voor kort deed het pakhuis in St. Gabriel, ruim 100 kilometer ten westen van New Orleans, dienst als opslagplaats voor allerhande exportgoederen. Sinds enkele dagen heeft het pand echter een geheel andere bestemming gekregen: het fungeert als mortuarium voor de vele doden die door de orkaan Katrina vielen. Voor het complex staan 22 koelwagens gereed om hun macabere vracht te vervoeren.

Op dit moment worden enkele lichamen per dag binnengebracht. Maar dat zullen er veel meer worden, weet dr. Louis Cataldie. De Amerikaanse arts runt een van de federale mobiele laboratoria waar de doden worden onderzocht en geïdentificeerd. „De speculaties over het totaalaantal slachtoffers wisselen met de dag. Hoeveel levens de storm heeft geëist, weet ik niet. Maar het is zeker dat wij nog weken bezig zullen zijn. De prioriteit lag in eerste instantie bij het redden van overlevenden. Dat is logisch, maar het betekent wel dat veel familieleden nog lang in onzekerheid over het lot van hun dierbaren zullen zitten.”

Slachtoffers die in het mortuarium worden binnengebracht, worden grofweg in drie categorieën ingedeeld. Als het vermoeden bestaat dat iemand door een misdrijf om het leven is gekomen, wordt het lichaam apart gehouden voor nader politieonderzoek. De tweede categorie betreft degenen op wie een rijbewijs of een ander identiteitsbewijs is aangetroffen en die dus gemakkelijk zijn te identificeren. Alle andere lichamen ondergaan een uitgebreid forensisch onderzoek.

Hulpverleners die in het rampgebied naar slachtoffers zoeken, proberen de forensische teams al zo veel mogelijk informatie te verschaffen die kan helpen de doden te identificeren. Met behulp van gps-apparatuur bepalen ze de exacte positie waar het lichaam is gevonden. Alles wat kan helpen de identiteit van de overledene te achterhalen, wordt meegenomen.

Desondanks blijft het erg moeilijk de slachtoffers te identificeren, legt Cataldie uit. „Sommige doden hebben bijna twee weken in het water gelegen. De lichamen zwellen op en de huid verkleurt sterk. Vaak kunnen we zelfs niet eens meer zien of het slachtoffer zwart of blank was.”

Behalve visuele identificatie, hanteren de patholoog-anatomen de gebruikelijke technische methoden om de identiteit van slachtoffers te achterhalen: gebitskenmerken, chirurgische littekens, botbreuken. Maar zelfs dat is vaak niet voldoende om de teams een aanknopingspunt te geven, legt Cataldie uit. „Als iemand nog nooit is geopereerd of bij de tandarts is geweest -we hebben het hier veelal over de arme bevolkingsgroep van New Orleans- dan komen we hier ook niet verder mee. Bovendien heeft het water veel archieven vernietigd, dus daar kunnen we niet op terugvallen.”

Ook de huidige vergevorderde DNA-technieken bieden in dit geval geen soelaas, aldus de Amerikaanse medicus. „DNA-materiaal moet je met ander materiaal kunnen vergelijken. Dat gaat prima als het een misdaad betreft, maar niet bij een ramp als deze. Als familieleden de dode op het eerste gezicht hebben geïdentificeerd, kunnen we bij hen DNA afnemen en vergelijken met het erfelijk materiaal van de overledene. Je kunt het zien als een soort vaderschapstest.”

Het team van Louis Cataldie kan 140 lichamen per etmaal ’verwerken’. Dat gebeurt onder strenge veiligheidsmaatregelen. Buiten het laboratorium staan zwaargewapende leden van de Nationale Garde om ongewenste bezoekers op afstand te houden. Zelfs familieleden wordt niet toegestaan het terrein te betreden om naar hun dierbaren te zoeken.

„We krijgen nogal eens het verwijt dat we harteloos zijn”, zegt Cataldie. „Dat kan ik best begrijpen, want mensen willen graag zo snel mogelijk hun geliefden begraven. Maar zelfs als nabestaanden een lichaam visueel hebben geïdentificeerd, moeten wij nog objectief vaststellen om wie het gaat. Maar laat duidelijk zijn: Wij hebben er bepaald geen behoefte aan het proces op te houden.”

Cataldie heeft in zijn loopbaan als patholoog-anatoom al honderden lichamen geïdentificeerd. Maar wennen doet het nooit, aldus de Amerikaanse arts. „De schaal van deze ramp maakt het extra zwaar. Deze mensen hebben niet alleen een dierbare verloren -wat al dramatisch genoeg is- maar zijn ook nog eens al hun materiële bezittingen kwijt.”


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer