De kroon als koord van continuïteit
Prof. Ben Pimlott sloot zich na de dood van de Queen Mum in april niet aan bij de lange rij om een laatste groet te brengen. Maar een paar dagen later wandelde hij in Londen de route waarlangs de rij had gestaan. Hij was een uur bezig.
Pimlott vraagt zich al tien jaar af waarom het publiek belangstelling heeft voor de monarchie. Terwijl de Britse kranten heel kritisch schrijven over de koninklijke familie en zich soms openlijk uitspreken voor een republiek, loopt het enthousiasme van het gewone volk vaak uit in een ware hysterie.
„Dit kwam pas echt goed bij me binnen na de brand op Windsor Castle in 1992 en de echtscheidingen onder de prinsen daarna. Het onderwerp greep me zo aan, dat ik er maar een boek over heb geschreven.”
Volgens de hoogleraar politieke geschiedenis aan de London University is veel van de aandacht voor het Britse koningshuis overdreven. „Als we zeggen dat de dood van de Queen Mum wereldnieuws is, wordt het dat ook. Dan komen alle grote nieuwszenders van de wereld naar Londen. En als dat zo is, gaat iedereen erover praten en schrijven en komen er duizenden mensen op de been. Zulk soort profetie vervult zichzelf.”
„Maar dat enthousiasme moet toch ergens op stoelen”, zo vraagt Hugo Vickers zich af. De andere koninklijke schrijver vindt Pimlott veel te sceptisch. „Dat is toch meer dan een plotselinge mediahype. De Britse pers schrijft altijd negatief over het koningshuis en doet alsof het niet belangrijk is. Bij de aankondiging van de jubileumactiviteiten werd ook steeds gezegd dat niemand daarvoor op de been zou komen. Nu blijkt het ineens een groot succes te zijn. De kranten zeggen dan dat het komt door de dood van de koningin-moeder. Dat mag misschien waar zijn, maar die populariteit heeft een basis onder de bevolking.”
Britse ”royalty watchers” vragen zich af of de dood van de oude koningin-moeder Elizabeth in april het einde van een periode inluidt. De derde koninklijke biograaf, Robert Lacey, gelooft inderdaad dat nu alles anders wordt. „De monarchie heeft een irrationele basis. De emotie is veel belangrijker dan de rede. En de twee leden van de koninklijke familie die het meest gevoelens opriepen, waren toch prinses Diana en de koningin-moeder. Zonder iets te zeggen straalden beiden een gevoel van zorg uit. Het publiek zal nu naar andere personen moeten zoeken om zich mee te identificeren. Het is maar zeer de vraag of het die in de koninklijke familie vindt.”
Net als in Nederland is ook in Groot-Brittannië een eventueel aftreden van de vorstin onder kenners een geliefd onderwerp van speculatie. Enerzijds is er de uitspraak van de toenmalige kroonprinses Elizabeth, die tijdens een bezoek aan Kaapstad op 21-jarige leeftijd zei dat ze haar leven aan het Britse volk zou wijden. Een woordvoerder van het paleis bevestigt dat het „ondenkbaar” is dat ze aftreedt. Bij het horen van het bericht over de abdicatie van de Nederlandse koningin Juliana zou ze ook de telefoon hebben opgehangen met een: „Altijd weer die rare Nederlandse manieren.”
Anderzijds houdt de kenner Robert Lacey er rekening mee dat de koningin terugtreedt. „Ze heeft de bevoegdheid afstand te doen van de troon. Ik geloof dat ze het doet als duidelijk zou worden dat het publiek haar niet meer zou willen. Als ultieme publieke dienaar kun je niet anders. Dat is de natuur van het koningschap.”
Prof. Pimlott vindt het een theoretisch vraagstuk of de vorstin door haar onderdanen zal worden verworpen. „We hebben in dit land geen sterke republikeinse beweging. In opiniepeilingen krijgt die maar krap 10 procent steun. Het enige verschil met vijftig jaar geleden is dat zij nu bestaat. In andere landen van het Gemenebest waarvan Elizabeth staatshoofd is, zoals Australië en Nieuw-Zeeland, heeft het republikanisme een stevige basis. In Brittannië zijn zelfs allochtonen monarchist. Dat kon je in de rij voor de Queen Mum zien.”
Philip Ziegler geloof niet in een abdicatie. „Dat is onmogelijk. Het zou de constitutie op zijn kop zetten. Ik verwacht wel dat ze -net als destijds haar eigen vader- de komende tien jaar taken aan prins Charles zal overdragen. Hij zal dan bijvoorbeeld het parlement openen en dat soort representatieve dingen doen.”
Abdicatie of geen abdicatie, de vraag naar de opvolging blijft boeien. De generatie van prins Charles is een „verloren geslacht”, meent schrijver Robert Lacey. „Drie van de vier kinderen uit dat gezin zijn gescheiden. Het publiek ziet dit deel van het koningshuis als het gebied van de familiedrama’s. We weten vrij exact wat er allemaal is gebeurd, dankzij de fotografie en de televisie. In het begin van de twintigste eeuw omarmde de koninklijke familie deze technologie aanvankelijk, maar de laatste tien jaar heeft men er behoorlijk last van gehad. Het publiek eist van zijn idolen dat ze in liefde trouwen. Maar voor gewone mensen is dat al moeilijk genoeg, laat staan voor prinsen en prinsessen.”
Toch blijft er ook in de 21e eeuw een rol voor de monarchie, denkt Philip Ziegler. „Het is onwaarschijnlijk de koning ooit weer zijn minister-president benoemt of het parlement ontbindt. Maar veronderstel dat er een nucleaire oorlog komt en de regering verdwijnt. Dan zal de koning met grote steun onder de bevolking de zaak draaiend houden. De kroon is alleen al nuttig voor dit dunne koord van continuïteit.”
Pimlott: „Het grootste probleem voor de toekomst van de monarchie is de vraag: Waar is zij goed voor? Honderd jaar geleden was dat duidelijk. Nu is het al minder helder. Ik verwacht dat je de komende tijd steeds meer apologie nodig hebt om het concept van de monarchie te verdedigen.”
„Bij haar troonsbestijging in 1952 had Elizabeth nog een wereldwijde koloniale rol. Die is enorm geslonken. Nu is ze nog staatshoofd in vijftien andere landen, met hulp van gouverneurs voor het dagelijkse werk. Het valt te verwachten dat veel van deze landen in de komende tijd toch nog republieken worden”, aldus Pimlott.