Illegalen mijden opvang na Katrina
Sommigen glippen ’s nachts opvangplekken binnen, om er de volgende ochtend weer even stilletjes uit te glippen. Anderen mijden de hulpverlening helemaal en zien wel hoe ze de chaos in het vreemde land doorkomen. De illegale immigranten zijn door de orkaan Katrina niet alleen hun huis, geld en andere bezittingen kwijtgeraakt, maar moeten ook nog vrezen het land uit te worden gezet.
In de zwaarst getroffen gebieden woonden tienduizenden illegalen, niemand weet hoeveel precies. Jeffrey Passel van het Pew Hispanic Center geeft een voorzichtige schatting van 20.000 à 35.000 in Louisiana, Mississippi en Alabama. De Mexicaanse president Vicente Fox heeft de illegalen in het Spaans en het Engels dringend opgeroepen hulp te vragen van Mexicaanse consulaten of Amerikaanse reddingswerkers. Maar velen die lange en gevaarlijke tochten hebben doorstaan om in de VS te geraken, leggen de raad van Fox naast zich neer en verlaten zich op de steun van de plaatselijke kerken of van de hechte Spaanstalige gemeenschappen. Zoals Juan Zamora, die zijn familie in Mexico telefonisch heeft laten weten dat hij nog leeft, maar bang is om de Amerikaanse of Mexicaanse autoriteiten op de hoogte te stellen.
„Je voelt je kapot omdat je niets meer hebt en helemaal opnieuw moet beginnen”, zegt Zamora (40), die drie jaar geleden naar New Orleans kwam om werk te vinden. Hij moest zijn flat in de stad verlaten en zit nu in een tijdelijke opvang bij een kerk in Denham Springs.
Sommige immigranten zijn in hun overstroomde huizen of appartementen gebleven om hun bezittingen te beschermen, wetende dat zij toch niet in aanmerking komen voor de meeste federale hulp. Ook gonst het van geruchten over deportaties, ook al hebben de autoriteiten een voorschrift voor werkgevers om de identiteitspapieren van werknemers te controleren voor 45 dagen opgeschort. Volgens Fox heeft de Amerikaanse regering toegezegd getroffenen niet meteen het land uit te zetten, maar Washington wil dat niet bevestigen.
Voor sommigen is de beslissing om in New Orleans te blijven verkeerd afgelopen. Drie Mexicanen en een Hondurees die ervoor kozen het einde van de storm af te wachten in hun trailer in Marrero, stikten door de uitlaatgassen van een kapotte generator.
Jorge Vitanza van het Hondurese consulaat in New Orleans zei dat medewerkers langs opvangcentra en Spaanstalige buurten zijn gegaan om te zien hoe het de 150.000 Hondurezen in Louisiana is vergaan. Van de 9600 Salvadoranen in het getroffen gebied waren er maar veertig naar opvangcentra gegaan, zei Margarita de Escobar, staatssecretaris voor in het buitenland verblijvende Salvadoranen. Van de ongeveer 40.000 Mexicanen in Louisiana zijn er nog geen honderd als vermist opgegeven, zei Juan Bosco Marti van het Mexicaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Consulaire medewerkers hebben een kleine 300 Mexicanen geholpen, van wie 21 die op eigen verzoek naar Mexico terug wilden. Maar de meeste gevluchte Mexicanen hebben hulp gezocht bij familie.
In een kamp in Baton Rouge zegt Hector Padilla, een 49-jarige Hondurese timmerman uit New Orleans, dat veel immigranten bang zijn voor invallen van de autoriteiten. Ook Padilla zelf is nerveus, hoewel hij over alle vereiste papieren beschikt. „Je bent altijd bang als je geen Amerikaans staatsburger bent. Er is altijd de angst dat ze je pakken.”