Spaanse enclave Melilla veranderd in belegerde vesting
Melilla, een van de Spaanse enclaves in het noorden van Marokko, is veranderd in een belegerde vestiging. Sinds begin dit jaar hebben 10.936 immigranten uit zwart Afrika (in de Spaanse media aangeduid als ”subsaharianos”) geprobeerd de enclave binnen te komen. In een aantal gevallen gebeurde dit met grof geweld. Vier hoge hekken moeten de enclave tegen ongewenste indringers beschermen, maar daar hebben de vaak jonge ”subsaharianos”) wat op gevonden.
Een groep van 250 Afrikaanse mannen verzamelde zich eind vorige maand op een ochtend om 06.00 uur bij de hekken van Melilla. Ze hadden een groot aantal ladders bij zich, klommen daarmee over de omheining en raakten slaags met een zestigtal politieagenten van de Guardia Civil. Dezen waren totaal verrast. De Spaanse krant El Pais omschreef het treffen als een „middeleeuwse aanval” en een „veldslag.”
Een woordvoerder van de Guardia Civil verklaarde tegenover El Pais dat de mannen die de enclave binnendrongen zich agressief gedroegen. Zoiets was nog niet eerder vertoond. Het ging voor het merendeel om jonge en stevige mannen, die een regelrecht gevecht met de grenspolitie aangingen. Als de politie iemand probeerde te arresteren, werd er lijfelijk verzet geboden en gescholden.
Een twaalftal migranten wist tot de enclave door te dringen. Twee dagen later was er een nog grootschaliger aanval op de enclave, waaraan 300 ”subsaharianos” deelnamen. Weer hadden er gevechten met de politie plaats, tien politiemannen en enkele vluchtelingen raakten gewond. Nu wisten zeventig personen de enclave binnen te komen. Een Spaanse krant toonde foto’s van triomfantelijke gezichten van jonge mannen bij het immigratiekantoor van Melilla.
Er was bij de tweede confrontatie ook een dode te betreuren. Het ging om de 17-jarige Ivo Joe, afkomstig uit Kameroen. Hij bleek te zijn overleden aan een gescheurde lever, volgens de Marokkaanse politie veroorzaakt door een val, maar volgens de vluchtelingen door een rubberkogel van de politie of een stomp van een Spaanse agent. De zaak wordt op hoog niveau in zowel Spanje als Marokko onderzocht.
Ook wil men weten wie de aanvallen op de enclave organiseert. Het is opvallend dat sommige illegalen over dure mobiele telefoons beschikken. De Guardia Civil wijst erop dat men zich tegen een regelrechte aanval op de grens -omschreven als „een lawine van aanstormende mensen”- moest verdedigen en dat daarbij gebruik is gemaakt van bij de wet geoorloofde middelen.
In een halfjaar tijd zijn er volgens de Guardia Civil bij Melilla zo’n dertig politiemannen tijdens confrontaties met personen die zich met geweld toegang tot de enclave probeerden te verschaffen, gewond geraakt. De Marokkaanse politie twijfelt aan verhalen van personen die verklaren getuige te zijn geweest van de wijze waarop Ivo Joe de dood vond. Met hun verklaringen proberen zij de aandacht op zich te vestigen, in de hoop toegelaten te worden tot Spaans grondgebied, zo stelt de Marokkaanse politie - die door de illegale migranten van „racisme” wordt beschuldigd.
Wie eenmaal Spanje en de enclaves is binnengekomen, gaat niet meer weg, is de ervaring van de autoriteiten. In Marokko zelf weet men niet wat men met de vele tienduizenden, veelal economische vluchtelingen uit Afrika aan moet. De grens in het zuiden is niet te beschermen. In hun wanhoop sturen de Marokkaanse autoriteiten groepjes vluchtelingen naar de grens met Algerije, maar die keren na enkele dagen of weken weer terug, om via de Spaanse enclaves in Noord-Marokko alsnog Spanje binnen te komen.
De Spaanse premier José Luis Zapatero wordt nu geconfronteerd met klachten van de leiding van de Guardia Civil en de plaatselijke autoriteiten dat de politie onvoldoende is uitgerust om gewelddadige groepen die de enclaves in Noord-Afrika ’s nachts bestormen, tegen te houden. Men is vooral geschrokken van de sterk toegenomen agressiviteit van deze kennelijk goed georganiseerde groepen. Vier veiligheidshekken, wachttorens en patrouillewagens van de politie, die alleen bij hoge uitzondering van een vuurwapen gebruik mag maken, zijn kennelijk niet voldoende om deze groepen tegen te houden.
In Spanje hebben de vechtpartijen bij Melilla tot een politieke rel geleid. Angel Acebes, secretaris-generaal van de oppositionele Partido Popular en oud-minister van Binnenlandse Zaken, verklaarde volgens dagblad El Mundo dat de zogenaamde regularisatie, waarbij grote aantallen illegalen van de sociaal-democratische regering van Zapatero een verblijfsvergunning kregen, volstrekt mislukt is, „en daarvoor hebben wij tijdig gewaarschuwd”, aldus Acebes.
Inderdaad is het aantal migranten uit Afrika en Noord-Afrika dat Spanje probeert binnen te komen sinds de regularisatie enorm gestegen. Zo werden er zondag aan de Spaanse kust zeven bootjes met 319 migranten zonder papieren onderschept. Wat ook opvalt, is dat de vluchtelingen wanneer ze eenmaal in Spanje zijn plotseling over plaatselijke contacten blijken te beschikken. In een mum van tijd bezitten ze een mobiele telefoon. Een flink aantal van hen verdwijnt in het illegale circuit of reist door naar andere Europese landen. In Spanje, Zuid-Frankrijk en Griekenland is de politie op omvangrijke netwerken van uit Afrika afkomstige illegalen gestuit die zich in de toeristencentra in georganiseerd verband bezighouden met de verkoop van namaak merkartikelen die opgeslagen liggen in speciale pakhuizen van criminele bendes.