Zestien overlevenden vliegtuigramp Medan
Zestien passagiers hebben maandag het vliegtuigongeluk op het Indonesische eiland Sumatra overleefd. De ramp heeft zeker 147 mensen het leven gekost: 100 inzittenden van het vliegtuig en ten minste 47 mensen op de grond.
Dat hebben woordvoerders van de hulpdiensten meegedeeld.
Het toestel, een Boeing 737 van de maatschappij Mandala, stortte kort nadat het van de luchthaven van de stad Medan was opgestegen neer in een woonwijk en vloog in brand. Aan boord bevonden zich 116 passagiers en bemanningsleden. Zestien van hen hebben het ongeluk overleefd, onder wie een anderhalfjarig jongetje, meldden de autoriteiten.
De overlevenden zaten allen achter in het vliegtuig, zei een van hen, Rohadi Sitepu. „Wij klommen en het landingsgestel werd ingetrokken toen het toestel neerstortte”, zei hij voor Metro-tv. „Ik werd tegen de vloer gesmakt en ontsnapte door een gat in de romp. Ik rende en rende omdat ik bang was voor een explosie.”
Volgens ooggetuigen begon het toestel kort na de start op zo’n 100 meter hoogte ineens hevig te schudden, waarna het naar links trok en neerstortte. Het schoof over een weg een rij huizen in en vloog in brand. De getuigen zeiden verschillende mensen brandend en gillend om hulp hebben zien rondlopen.
Op de grond vielen zeker 47 doden, zei de coördinator van het reddingswerk, Zainul Tahar. Zeker twaalf mensen raakten gewond. Tientallen huizen en ten minste tien auto’s vlogen in brand. Honderden politiemensen, hulpverleners en bewoners hadden door de hitte de grootste moeite om de slachtoffers te bereiken.
Het internationale vliegveld van Medan ligt vlak bij het centrum van de stad en is omgeven door dichtbevolkte woonwijken. Minister van Verkeer Hatta Radjasa zei dat het toestel luttele ogenblikken na te zijn opgestegen was neergestort. Onder de doden is volgens de autoriteiten de gouverneur van de provincie Noord-Sumatra, die op weg was naar Jakarta voor een onderhoud met de president.
Medan is de grootste stad op Sumatra, en de derde stad van Indonesië, en een springplank voor de hulpverlening aan de slachtoffers van de aardbeving en tsunami van vorig jaar december in Atjeh.
Mandala Airlines werd in 1969 door militairen opgericht. De binnenlandse maatschappij beschikt over een vijftiental vliegtuigen, voornamelijk Boeings 737-200 uit de jaren zeventig. In de afgelopen jaren moest Mandala verscheidene diensten afstoten en de tarieven verlagen om concurrerend te blijven.
President Susilo Bambang Yudhoyono gelastte een onderzoek naar het ongeluk. De verongelukte Boeing was bijna 25 jaar oud en had meer dan 50.000 vlieguren gemaakt. Het had in juni zijn laatste grote onderhoudsbeurt ondergaan en moest nog tot 2016 meekunnen, zei waarnemend directeur van Mandala Airlines, generaal-majoor Hasril Hamzah Tanjung. Het staatspersbureau Antara meldde dat het toestel een aantal hoogspanningskabels had geraakt, maar het was niet duidelijk of daar de oorzaak van het ongeluk moest worden gezocht.
Het ongeluk van maandag volgt op vijf grote vliegtuigongelukken in augustus. Bij ongelukken in Peru, Venezuela, Griekenland en Tunesië vielen vorige maand 334 doden. In Toronto in Canada schoot een toestel van de landingsbaan; de ruim driehonderd inzittenden konden het nog net op tijd verlaten voordat het vlam vatte en volledig uitbrandde.