Toenemende kritiek in VS op inefficiënte hulpacties
Terwijl het buitenland vorige week met verbazing de Amerikaanse chaos veroorzaakt door Katrina aanschouwde en zich verbaasde over het duidelijke gebrek aan coördinatie bij de hulpoperaties, ligt de overheid nu ook in eigen land zwaar onder vuur. Dat betreft in de eerste plaats de federale overheid maar ook regionale en lokale overheden.
President Bush reageerde aanvankelijk nauwelijks op Katrina. Nadat de orkaan vorige week maandagmorgen vroeg het kustgebied van de staten Alabama, Mississippi en Louisiana teisterde, vloog Bush dinsdag van zijn vakantieverblijf Crawford in Texas naar Californië om daar een van zijn pepspeeches over Irak te geven. „Wij houden vol en wij zullen winnen”, aldus Bush, die slechts enkele woorden aan de storm wijdde.
Diezelfde dag liep New Orleans onder water, nadat men aanvankelijk meende dat de stad aan het ergste ontkomen was. Woensdag besloot Bush om zijn vakantie af te breken en twee dagen eerder naar Washington terug te vliegen. Zijn Air Force One vloog daarbij over het rampgebied. „Waar blijft de overheid?” riep men in het zuiden intussen gefrustreerd. Washington begreep dat er iets moest gebeuren als men wilde voorkomen dat Katrina ook een politíéke orkaan zou worden.
Vrijdag landde de president eindelijk in het rampgebied. Hij toonde zijn medeleven aan slachtoffers, die overigens eerst door de Secret Service met metaaldetectors op mogelijke wapens of explosieven werden gecontroleerd.
Zijn laatste bezoek gold New Orleans. Hij vertrok van het Louis Armstrong-vliegveld, waar intussen een noodhospitaal was ingericht waar onbeschrijfelijke toestanden heersten en waar mensen stierven voor wie de hulp te laat was gekomen. De president ging daar niet kijken.
In plaats daarvan maakte hij op het vliegveld tegenover de pers grapjes over de „fantastische tijd” die hijzelf in z’n jonge jaren in Houston in Texas had beleefd. Hij zei dit naar aanleiding van het feit dat een groot aantal evacués vanuit New Orleans werd overgevlogen naar Houston. De pr-operaties van de president en zijn kabinet -in plaats van buitenlandse hulpaanbiedingen te coördineren was minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice in New York om de tenniskampioenschappen bij te wonen en te shoppen- kregen zo veel kritiek dat men zaterdag besloot tot ingrijpen.
De Democraten hielden zich de afgelopen dagen erg stil, bang ervan beschuldigd te worden Katrina politiek uit te buiten. Maar het ontbrak niet aan kritiek vanuit president Bush’ eigen Republikeinse gelederen. „Waarom arriveerde de Nationale Garde zo laat in het rampgebied? Kan de garde effectief opereren als de helft van het materiaal zoals helikopters en voertuigen in Irak is? Dat zijn vragen die het parlement moet ophelderen”, aldus de Republikeinse senator Chuck Hagel.
„Als Bush niet snel iets onderneemt, is hij politiek zo beschadigd dat hij de rest van zijn politieke plannen wel kan vergeten”, meent voormalig (Republikeins) voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Newt Gingrich.
Bush zei zaterdag dat men Katrina wel had zien aankomen, maar dat men verrast was door de „tweede ramp”, namelijk het breken van de dijken rond New Orleans. Dat verhaal werd herhaald door minister van Binnenlandse Veiligheid Michael Chertoff, die verantwoordelijk is voor de hulpoperaties op federaal niveau.
Deskundigen wijzen erop dat verschillende instanties, waar onder het Army Corps of Engineers -de Amerikaanse Genie-, de afgelopen tientallen jaren herhaaldelijk hebben gewezen op het risico van overstromingen als New Orleans getroffen zou worden door een orkaan van categorie drie of hoger (Katrina was categorie vier).
„De septemberaanslagen in 2001 verrasten ons, maar hier was geen sprake van verrassing. Wij kenden de risico’s en negeerden die. Bovendien weet iedereen dat dit gebied, dat voor onze energievoorziening zo belangrijk is, in een orkaangebied ligt. Een risicogebied dus. Waar is al het geld heengegaan dat wij de afgelopen jaren aan veiligheid en rampenbestrijding hebben besteed?” aldus Timothy Roemer, een van de leden van de onafhankelijke septembercommissie.
Speciale kritiek gaat ook naar Michael Brown, hoofd van de rampendienst FEMA die niet meer onafhankelijk is maar die sinds de septemberaanslagen opereert onder verantwoordelijkheid van het nieuwe ministerie van Binnenlandse Veiligheid. Het hoofd van FEMA, Michael Brown, is een politiek vriendje van president Bush, maar de man heeft hoegenaamd geen ervaring in rampenbestrijding. „Elke keer als FEMA een ’politiek’ hoofd heeft, gaat het daar mis”, aldus Jerome Hauer, voormalig veiligheidsadviseur van Rudolph Giuliani, de Republikeinse oud-burgemeester van New York.
Er is overigens ook kritiek op de regionale en de lokale autoriteiten. „Waarom heeft het dagen geduurd voordat gouverneur Kathleen Blanco van Louisiana formeel om federale hulp vroeg? En waarom had New Orleans geen deugdelijk evacuatieplan, terwijl men de risico’s kende? De bewoners adviseren om te verdwijnen en degenen die geen auto hebben onderbrengen in een sportstadion is geen echt evacuatieplan”, aldus Richard Falkenrath, oud-adviseur van de regering-Bush (junior) over vragen van binnenlandse veiligheid en rampenbestrijding.
Kan Katrina president Bush’ politiek schaden? „Zijn eerste reacties waren aarzelend en niet erg serieus. Zaterdag leek de ernst van de toestand eindelijk tot hem doorgedrongen te zijn. Hij kan de politieke schade herstellen, maar dan moet hij vanaf nu duidelijk en overtuigend leiderschap tonen”, meent politiek analist Jerry Taylor van het Cato Research Instituut in Washington.
President Bush heeft het rampgebied zondag opnieuw bezocht. Dat geeft volgens Taylor aan dat men in Washington nu begrijpt dat de ramp in het zuiden voor de regering Bush kan ontaarden in een gevaarlijke politieke crisis.