Poolse relatie met oosterburen rond het vriespunt
De viering afgelopen dinsdag van de 25e verjaardag van de Poolse vakbond Solidariteit vormde voor de presidenten van Georgië en Oekraïne aanleiding om flink uit te halen naar Wit-Rusland. Met het land van president Aleksandr Loekasjenko ligt Polen, dat zich steeds meer opwerpt als voorvechter van de democratie in Oost-Europa, de laatste maanden behoorlijk overhoop. Ook met Rusland zijn de betrekkingen verre van hartelijk.
President Michail Saakasjvili, de leider van de Georgische Rozenrevolutie in 2003, en president Viktor Joesjtsjenko, de held van de Oranjerevolutie in Oekraïne eind vorig jaar, spraken in de Poolse hoofdstad de wens uit dat het voorbeeld van Solidariteit een bron van inspiratie zou vormen voor de voorvechters van democratie in Wit-Rusland. Hun uitgesproken hoop dat Loekasjenko van zijn voetstuk zal worden getrokken, leverde beide staatshoofden een staande ovatie op.
Volgens Saakasjvili is het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie, in navolging van de door Solidariteit aangevoerde revoluties van 1989, in barensweeën van „een tweede golf van bevrijding van Europa. Ik ben er zeker van dat er meer zal volgen. Vrijheid en democratie zullen overval zegevieren, inclusief in Wit-Rusland”, aldus de Georgische president.
De uitlatingen van beide presidenten komen op een moment dat de relatie tussen Warschau en Minsk een absoluut dieptepunt heeft bereikt. De diplomatieke spanningen begonnen in maart van dit jaar, toen de ”Vereniging voor Polen in Wit-Rusland” (ZPB) een nieuw bestuur moest kiezen. De ZPB is een apolitieke organisatie, die voor de 400.000 etnische Polen in Wit-Rusland allerlei activiteiten op gebied van onderwijs en cultuur ontplooit.
Als nieuwe voorzitter werd Angelika Boris, een docente Pools, gekozen. Dit tot groot ongenoegen van Loekasjenko, die liever had gezien dat de loyale Tadeusz Kruczkowski -naar verluidt iemand die nauw heeft samengewerkt met de Wit-Russische KGB- in functie was gebleven.
De ”laatste dictator van Europa” liet het er niet bij zitten. Boris werd afgezet en in juli vielen de autoriteiten het kantoor van de vereniging binnen, waarbij meerdere ZPB-leden werden gearresteerd. Zelf werd de ”IJzeren Dame” -zoals Boris in de Poolse media al wordt genoemd- meerdere malen aan urenlange verhoren onderworpen.
Afgelopen weekend werd een nieuwe voorzitter gekozen. Boris werd vervangen door de gepensioneerde leraar Jozef Lucznik. Een woordvoerder namens het in maart democratisch gekozen bestuur noemde de verkiezing een „farce”: feitelijk staat de vereniging nu onder leiding van Loekasjenko zelf.
De Poolse regering, die uit woede over Loekasjenko’s handelen haar ambassadeur uit Minsk al heeft teruggetrokken, maakte onmiddellijk duidelijk het nieuwe bestuur niet te zullen erkennen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat het Poolse scholen in Wit-Rusland zal blijven steunen, maar dat het „moeilijk voorstelbaar” is dat de financiering via het huidige ZPB-bestuur zal lopen.
Het optreden van Loekasjenko heeft alles te maken met de presidentsverkiezingen die voor volgend jaar op het programma staan. De zittende president gaat voor een derde termijn en daarbij is een gemeenschappelijke vijand zeer welkom. Als verdediger van de Wit-Russiche belangen hoeft hij straks minder stemmen te vervalsen. Vandaar dat hij de Polen in zijn land tegenwoordig via de staatstelevisie laat afschilderen als de vijfde kolonie van Warschau. De Poolse regering -aldus de propaganda- is weer een marionet van Washington, dat de verovering van Wit-Rusland en Rusland nastreeft.
Zijn pijlen heeft Loekasjenko echter vooral op Warschau zelf gericht. Polen, dat een actieve rol speelde tijdens de revolutie in Oekraïne, heeft zich in de regio opgeworpen als een voorvechter van democratie en mensenrechten, waarbij het enigszins uit de pas loopt met het voorzichtige beleid van de Europese Unie. Regelmatig dringt de Poolse regering in Brussel aan op hardere maatregelen tegen de landen van de voormalige Sovjet-Unie.
De ergernis van Loekasjenko over de Poolse houding wordt overigens gedeeld door de Russische president Poetin. Die heeft evenmin behoefte aan nieuwe revoluties. Ook stoort hij zich aan de aandacht die de Polen herhaaldelijk vragen voor de oorlog in Tsjetsjenië.
De relatie tussen Warschau en Moskou verkoelde dit jaar verder naar aanleiding van de zestigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog. In mei weigerde Poetin de opdeling van Polen, in 1939, tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie te veroordelen. Een uitnodiging van het Kremlin aan de laatste communistische president van Polen, generaal Jaruzelski, om de festiviteiten in Moskou bij te wonen, zette in Warschau eveneens kwaad bloed.
Eind juli beroofde een groep skinheads in een park in Warschau drie kinderen van personeelsleden van de Russische ambassade, wat in de Russische media breed werd uitgemeten. Kort daarop werden in Moskou twee medewerkers van de Poolse ambassade en een Poolse journalist in elkaar geslagen. De zaak kreeg een politieke lading en deed de temperatuur tussen Polen en Rusland verder dalen.
Zolang Warschau in Brussel blijft pleiten voor meer politieke druk op postcommunistische landen, zal de relatie met de oosterburen er niet beter op worden. De roep van Polen om meer democratie komt overigens niet alleen voort uit de Poolse wens om geen dictaturen aan zijn grenzen te hebben. Polen ziet voor zichzelf ook een grotere rol in de regio weggelegd en zou graag een einde maken aan de as Berlijn-Moskou, die in Warschau allerlei spookbeelden uit het verleden oproept.
Voor volgende week staat er een bezoek van Poetin aan Berlijn gepland. De Russische president zal daar de laatste besprekingen voeren over een gaspijpleiding die Russisch gas via de Baltische Zee naar Duitsland, Noorwegen en Groot-Brittannië gaat transporteren. Volgens Poolse en Duitse waarnemers is deze kwestie meer politiek dan economisch van aard, omdat Moskou bij deze overeenkomst Polen en Oekraïne bewust links heeft laten liggen.