Irak in rouw na dodelijke paniek
De Iraakse premier Ibrahim al-Jaafari heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Ten minste 965 mensen kwamen woensdag om en 465 raakten gewond toen paniek uitbrak tijdens een massale sjiitische herdenkingsceremonie in Bagdad.
Overigens kan het totale aantal doden nog verder oplopen, omdat reddingswerkers nog steeds in de Tigris naar slachtoffers zoeken.
De paniek ontstond vlak bij de Kadhimiya-moskee in het noorden van de Iraakse hoofdstad door het gerucht dat zich in de menigte zelfmoordcommando’s bevonden. De doodsbange gelovigen verdrongen zich vervolgens op een brug. In het gedrang werd een aantal mensen doodgedrukt. De meeste slachtoffers vielen of sprongen in de 30 meter lager gelegen rivier de Tigris en verdronken. Door de druk van de menigte had een reling van de brug het begeven.
Enkele uren eerder was deze moskee, het grootste sjiitische gebedshuis van Bagdad, getroffen door een mortieraanval. Die kostte zeven mensen het leven. Daarnaast raakten 36 mensen gewond.
Het Amerikaanse leger liet in een verklaring weten dat helikopterbemanningen hadden gezien dat „opstandelingen raketten en mortiergranaten afschoten die neerkwamen bij een moskee.” Daarop schoten zij op de opstandelingen en haastten grondtroepen van de coalitie zich naar de bewuste plek om de daders te zoeken. Ruim tien verdachten zijn volgens het Amerikaanse leger aangehouden.
De weinig bekende soennitische groepering Jaysh al-Taefa al-Mansura (Leger van de Zegevierende Gemeente) heeft zich via internet verantwoordelijk verklaard voor de aanval. De organisatie verklaarde dat zijn strijders mortiergranaten en raketten hebben afgeschoten op een bijeenkomst van „afvalligen.” De echtheid van de verklaring kon niet worden bevestigd.
Sinds de val van Saddam Hussein maken de sjiieten samen met de Koerden de dienst uit in Irak en verkeren de soennieten in het defensief. Voor de Arabische wereld, die overwegend soennitisch is, is het echter onverteerbaar dat sjiieten met hulp van Iran het in Irak alleen voor het zeggen krijgen. De Arabieren eisen dan ook dat de soennieten een rol behouden in het bestuur van Irak.
De spanningen tussen de soennitische en sjiitische geloofsgroepen in Irak is daarom nu voornamelijk een seculier gevecht om de macht in het land. Maar de rivaliteit is van oorsprong diepreligieus en al eeuwen oud.