Staking leidde tot oprichting Solidariteit
Op 31 augustus 1980 werd op de scheepswerf van de havenstad Gdansk een historische overeenkomst ondertekend door stakende arbeiders en de Poolse regering. Met het zogenoemde Akkoord van Gdansk was Polen de eerste communistische staat in Oost-Europa waar het recht op een vrije en onafhankelijke vakbond werd erkend. Daarmee was de weg geëffend voor de officiële oprichting van het vakverbond Solidariteit.
Vele duizenden havenarbeiders keken toe toen de leider van de stakers, de elektricien Lech Walesa, met een grote balpen zijn handtekening onder het akkoord zette en na achttien dagen de staking op de Leninwerf voor beëindigd verklaarde. Vice-premier Mieczyslaw Jagielski ondertekende namens de Poolse regering het stuk. De Poolse staatstelevisie zond de ceremonie rechtstreeks uit.
Walesa benadrukte dat er „geen winnaars en verliezers” waren, maar het resultaat was een ongekende overwinning voor de stakende arbeiders en een enorm gezichtsverlies voor de communistische regering, die niet langer onaantastbaar bleek.
Met het akkoord, waarbij de Poolse regering naast de oprichting van vrije vakbonden een nieuwe wet op de censuur toestond en ook nog economische hervormingen, de uitzending van de heilige mis zondags over de radio en vrijlating van politieke gevangenen, was iets bereikt dat tot dan toe voor onmogelijk werd gehouden in een satellietstaat van de Sovjet-Unie.
Twee weken eerder, op 14 augustus, legden circa 17.000 arbeiders van de scheepswerf het werk neer. Directe aanleiding voor het protest waren de enorme prijsstijgingen voor vleesproducten die het regime had afgekondigd. Maar door toedoen van Walesa kwam ook de roep om maatschappelijke hervormingen op de onderhandelingsagenda.
De staking verspreidde zich binnen enkele dagen als een olievlek over het land. Eerst naar andere havensteden in Noord-Polen en vervolgens naar het zuiden, naar de belangrijke mijnindustrie in Silezië en de staalfabrieken rond Krakau. Vele tienduizenden mensen legden het werk neer en het dagelijks leven kwam min of meer tot stilstand.
Tien jaar eerder, in december 1970, was een massale staking op dezelfde Leninwerf nog op een traumatische ervaring uitgelopen. Ook toen staakten de havenarbeiders voor economische en politieke hervormingen, maar leger en politie sloegen het protest bruut neer. Meer dan veertig mensen kwamen om het leven en er vielen honderden gewonden. De kans op hervormingen leek daarmee verkeken.
Eind jaren zeventig stond de Poolse economie voor een bankroet. Aan alles was gebrek. Leningen van het Westen waren verkwist en het land had enorme buitenlandse schulden. Verder was in 1978 voor het eerst een Poolse kardinaal, Karol Woytila, tot paus benoemd. Die bracht een jaar later een bezoek aan zijn geboorteland en riep de Poolse bevolking op het heft in eigen hand te nemen.
Het groeiende maatschappelijke verzet bereikte uiteindelijk een climax in de zomer van 1980. De charismatische Walesa, die eerder was ontslagen en illegaal was teruggekeerd op de werf, werd gekozen als leider van het stakingscomité en ontpopte zich als de spreekbuis van het nationale protest. De onvrede was dit keer zo massaal, dat de communistische partij werd gedwongen om te gaan onderhandelen, concessies te doen en niet terug te grijpen op geweld.
Het Akkoord van Gdansk en de officiële oprichting van de vakbond Solidariteit (Solidarnosc) twee weken later waren achteraf gezien het begin van een periode van hoop op een socialisme met een menselijk gezicht. Na zestien maanden, in december 1981, maakte de nieuwe Poolse machthebber, generaal Jaruzelski, onder zware druk vanuit Moskou alsnog een einde aan de ingezette weg door de staat van beleg af te kondigen. Walesa en tal van andere vakbondsleiders verdwenen achter de tralies.
Pas in 1988 kwam het weer tot een grote nationale staking in Polen, opnieuw aangevoerd door Walesa. De tijd was er rijp voor nadat Sovjetleider Gorbatsjov het pad van openheid en hervormingen had ingezet. Jaruzelski, die niet langer kon rekenen op steun vanuit Moskou, was nu zelf gedwongen om met de oppositie in onderhandeling te gaan. In het voorjaar van 1989 volgde een rondetafelconferentie tussen de voormannen van Solidariteit en de regering. Vrije verkiezingen waren het resultaat. Polen was daarmee het eerste Oost-Europese land dat zich van het communistische juk had ontdaan.