Richard Daulay, het hoofd van de Indonesische Gemeenschap van Kerken, zei dat met messen gewapende groepen moslims diensten in 23 kerken in West-Java hadden verstoord. Daulay zei ook dat hij herhaaldelijk bij de politie had geklaagd, maar dat die weigert in te grijpen. De politie zei tegenover de Jakarta Post dat veel kerken geen vergunning hebben, maar Daulay ontkent dat.

Daulay zei dat hij de afgelopen week de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono had opgeroepen religieuze minderheden te beschermen. Hij zou de president erop gewezen hebben dat de weigering van de politie op te treden tegen het geweld in strijd is met de mensenrechten en de grondwet. Volgens Daulay en andere critici is de intimidatie een teken van de groeiende intolerantie van de moslimmeerderheid en de opkomst van moslimfundamentalisme in Indonesië.

De golf van aanslagen valt samen met een verharding van het officiële islamitische beleid. De Raad van Ulema’s (MUI), het hoogste islamitische orgaan, vaardigde in juli een aantal fatwa’s (religieuze decreten) uit waarbij het gemengde huwelijk, religieus pluralisme en oecumenische gebedsdiensten zijn verboden.

De islamitische sekte Amadiyah, die Mohammed niet als profeet erkent, klaagt dat sinds de fatwa’s ook haar moskeeën en kantoorpanden in West-Java zijn aangevallen. Amadiyah-leider Abdull Basit beschuldigde met name het Front van Islamitische Verdedigers en klaagde over het uitblijven van politiebescherming.

Een andere islamitische minderheid, het gematigde Liberaal Islamitische Netwerk, was na de fatwa’s gewaarschuwd zijn centra te sluiten, maar besloot dat niet te doen. Volgens woordvoeder Nong Darol Mahmadah is er geen reden voor ongerustheid omdat de meerderheid van de Indonesische moslims gematigd en tolerant is.