Irak heeft een grondwet, maar voor hoe lang?
De Irakezen kunnen medio oktober over een grondwet stemmen. Met een vertraging van dertien dagen werd het document zondag aan de Nationale Assemblee voorgelegd. De soennieten verwerpen het en de kans is groot dat de grondwet wordt weggestemd.
Tijdens een persconferentie na afloop van parlementaire zitting noemden soennitische onderhandelaars de grondwet „illegaal”. Zij riepen de Verenigde Naties, de Arabische Liga en andere internationale organisaties op te interveniëren in de Iraakse politiek.
President Jalal Talabani (een Koerd) spoorde op de Iraakse televisie de Irakezen aan de grondwet te steunen. Hij liet doorschemeren dat die mogelijk later kan worden aangepast. „Zonder twijfel is geen enkel boek perfect en niet aanvulbaar behalve de koran”.
Weken is er over de grondwet gesteggeld door Koerdische, sjiitische en soennitische politici in de 71 koppen tellende grondwetcommissie. De kwestie liep zelfs zo spaak dat de toppolitici de onderhandelingen overnamen in een ultieme poging een compromis te bereiken.
Uiteindelijk bereikten sjiieten en Koerden overeenstemming over de tekst, maar de soennieten konden zich er niet in vinden. Ondanks zware Amerikaanse druk bereikten de partijen geen consensus. Nu mag de bevolking er een eindoordeel over vellen.
De presidentiële commissie keurde zondag de grondwet goed waarna het ontwerp volledig werd voorgelezen aan de Nationale Assemblee. Er werd niet over gestemd en tenslotte riep vice-voorzitter Sharistani de parlementariërs op het volk op de hoogte te stellen van de grondwet.
Voor de soennieten zijn er twee grote bezwaren. Zij keren zich ten eerste tegen een federale staatsvorm. Zij gunnen de Koerden in het noorden autonomie, maar willen dat niet in het sjiitische zuiden omdat dit onder invloed van het sjiitische buurland Iran zou kunnen komen.
Van belang in deze kwestie is ook dat in het noorden en zuiden alle oliebronnen liggen. De soennieten vrezen dat als deze gebieden zelfstandig worden, zij ook de olie-inkomsten zullen houden. Dat betekent een verdere marginalisering en verarming van de soennieten.
Het tweede twistpunt is de aanpak van de Baath-partij van oud-president Saddam Hussein. De soennieten keren zich tegen een grondwet waarin Baath-leden van overheidsposten worden buitengesloten. De soennieten vormden namelijk de kern van de Baath-partij.
De ontevreden soennitische minderheid die ongeveer 20 procent van de bevolking vormt, wil het document nu verslaan tijdens het referendum. De grondwet wordt verworpen als in drie van de achttien provincies een tweederde meerderheid tegenstemt. De soennieten vormen in tenminste drie provincies een meerderheid.
Het nee van de soennieten is een nederlaag voor de Amerikaanse regering. Die heeft steeds geprobeerd de soennieten over te halen. Zij hoopte zo de angel uit de opstand te halen. De ruggegraat van de rebellen wordt namelijk gevormd door de soennietische strijders.
Desondanks vindt Amerikaanse president Bush dat Irakezen „en de rest van de wereld” trots kunnen zijn op de gepresenteerde Iraakse ontwerpgrondwet. Vanaf zijn ranch in het Texaanse Crawford omschreef hij het document als „een inspiratie voor de aanhangers van de democratie”.