Geur van schandalen rond Somohardjo
Is de Surinaamse minister van Volkshuisvesting, Paul Somohardjo, een hardwerkende goudeerlijke politicus zoals hij zelf beweert, of een sjoemelaar die zijn functie misbruikt om zijn eigen zakken te vullen, zoals de oppositie roept? De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.
Feit is dat Somohardjo de schijn behoorlijk tegen heeft. Zijn naam valt te veel bij grotere en kleine schandalen rond woningbouwprojecten. Die projecten hebben in ieder geval één ding met elkaar gemeen: ze komen niet van de grond.
Somohardjo, die ook Sociale Zaken in zijn portefeuille heeft, is van alle leden van het kabinet degene die het meest in opspraak komt. Vorige week is gebleken dat de Surinaams overheid weer een claim van zo’n 4 miljoen euro boven het hoofd hangt omdat hij eenzijdig een overeenkomst met een projectontwikkelaar voor de bouw van honderden woningen zou hebben opgezegd. Of de claim nu terecht is of niet, het imago van de belangrijkste Javaanse politicus in het hedendaagse Suriname heeft weer een deuk opgelopen.Voordat hij minister werd, was het met dat imago al niet best gesteld. In Nederland, zo werd onlangs bekend, is hij failliet verklaard omdat hij tegenover ruim twintig schuldeisers niet aan zijn verplichtingen niet kon voldoen. Ook in eigen land heeft hij de reputatie het niet zo nauw te nemen als het om financiële zaken gaat. Enkele jaren geleden organiseerde hij een loterij waarvan de trekking nooit plaatsvond. Veel mensen die een lot hadden gekocht, konden naar hun geld fluiten.Somohardjo is misschien wel het symbool van de falende regering-Venetiaan. Minstens 40.000 Surinamers zijn driftig op zoek naar een betaalbaar dak boven het hoofd, maar Somohardjo is er als verantwoordelijk minister niet in geslaagd om sinds zijn aantreden in het najaar van 2000 ook maar een steen te laten leggen. Wel zijn er tal van fraaie intentieverklaringen met verschillende buitenlandse investeerders getekend, maar van concretisering of uitvoer van de plannen is nog lang geen sprake. President Ronald Venetiaan staat onder grote druk om de bezem te halen door zijn ministersploeg, want tot op heden heeft hij het land nog niet uit het slop kunnen trekken. Van enige economische progressie is geen sprake en de bevolking begint te morren. Somohardjo staat met stip boven aan de lijst van bewindslieden die het veld zouden moeten ruimen. Hij bevindt zich overigens in goed gezelschap, want ook minister Balessar van Openbare Werken mag wat leden van de oppositie en coalitie binnen de regering betreft zijn biezen pakken.Maar de kans dat Somohardjo zijn baan kwijt raakt is gering. Hij geeft immers leiding aan de Javaanse coalitiepartij Pertajah Luhur, dat met vijf van de 51 zetels in het parlement Venetiaan aan een meerderheid helpt. Ook het vertrek van Balessar, die lid is van de Hindoestaanse Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) is om diezelfde reden onwaarschijnlijk. Wil Venetiaan, die zelf tot de Creoolse Nationale Partij Suriname (NPS) behoort, de volle vijf jaar als president kunnen uitzitten dan zal hij water bij de wijn moeten doen en om problemen te voorkomen de zwakkere schakels moeten laten zitten en voortmodderen. En volgens zijn tegenstanders moddert Somohardjo wat af, getuige zijn falende volkshuisvestingsbeleid. Bovendien wordt zijn naam vaker dan hemzelf lief is in verband gebracht met het aannemen van steekpenningen en andere smerige zaakjes. Somohardjo is zich echter van geen kwaad bewust en zegt het beste met het volk, en dus de kiezers, voor te hebben.,Ik ben niet in de politiek gegaan om te verdienen, maar om te dienen”, zo zegt hij zelf. Alle verdachtmakingen, die zoals te verwachten valt vooral uit de hoek van de oppositie komen, zijn alleen maar bedoeld om de regering-Venetiaan naar huis te sturen, meent de geplaagde minister. Een huis dat een aanzienlijk deel van het Surinaamse volk niet heeft.