„Andere verdeling welvaart door hoge olieprijs”
Er zit geen rem op de stijging van de olieprijs. Evenmin is er een reden te bedenken waarom het zwarte goud goedkoper zal worden. Energiespecialist Ben van Gils van adviesbureau Ernst & Young haakt af als het gaat om het noemen van bedragen. „De prijzen stijgen tot de uiterste limiet en de gevolgen zijn voor de hele wereld ingrijpend.”
Volgens de energiedeskundige heeft de alsmaar oplopende olieprijs grote gevolgen voor de verdeling van de globale welvaart. „Veel olievelden liggen in de arme landen. Die profiteren van de prijsstijging. Nog al te veel zijn de ogen gericht op het Midden-Oosten, maar denk ook eens aan landen als Brazilië en Venezuela. Of Suriname. Daar zijn prachtige olievelden die bij een exploitatie een enorme verschuiving in hulpprogramma´s te zien zouden geven. Sudan is nog een voorbeeld. Er is daar enorm veel olie. Als je die uit de grond kunt halen, maakt dat een actie voor Darfur overbodig.”
Hij toont een grote satellietfoto. De lichte plekken geven de rijke landen aan, op de donkere delen branden nauwelijks lichten. De olievelden zijn met de hand ingekleurd. „Eigenlijk is dit het probleem in een notendop. De olie ligt ver van het rijke Westen. Door toenemende politieke problemen en onderhandelingen over winningscontracten, transportmogelijkheden -denk maar aan terrorisme- en een beperkte raffinagecapaciteit wordt het steeds moeilijker om de energie te bemachtigen en te verplaatsen.”
Ben van Gils ziet de wereldwijde energiesituatie veranderen. „Razendsnel. Deze week nog hoorde ik dat er in Limburg stemmen opgaan om weer kolen te gaan winnen. Wie had dat enkele jaren geleden durven dromen? Overal ontstaan discussies, over de gasprijs en over LNG in Rotterdam en Eemshaven en natuurlijk over de remmende werking die dit heeft op de economie. Vaststaat dat de groei van de economie wordt tegengehouden, hoewel sommige economen beweren dat dit tijdelijk is omdat de olielanden weer meer zullen gaan investeren.”
Van Gils, die de ontwikkelingen op de oliemarkt nauwkeurig gadeslaat, meent dat de ’oude’ oliemaatschappijen het moeilijk krijgen. Opkomende economieën als China en India zijn niet alleen verantwoordelijk voor de sterke vraag naar meer olie, maar zoeken via staatsbedrijven hun eigen weg op de oliemarkt. „De traditionele maatschappijen krijgen concurrentie, lopen soms vast in onderhandelingen en lijken zelfs door bepaalde regiems buiten de deur te worden gehouden. Omdat banken alleen de cash flow van de olievelden financieren, grijpen de grote oliehandelaren hun kans. Ze kopen op dit moment alles op. Voor een periode tot wel vijftig jaar. De minimumprijzen worden voor lange tijd vastgelegd en kunnen alleen maar omhoog, er is geen rem. Een jaar geleden leek 50 dollar voor een vat ruwe olie de limiet, nu lach je daarom.”
De dreiging voor de gevestigde oliemaatschappijen wordt versterkt doordat hun hoogwaardige technieken geen beletsel meer vormen om met andere partijen in zee te gaan. „Alles is te koop, het zijn vooral de toeleveranciers die de kennis in huis hebben. Shell vormt daarop een uitzondering, de andere oliemaatschappijen kopen die technieken zelf ook in.”
Actueel zijn de politieke discussies over prijs van aardgas en de aardgasbaten. Van Gils moet erom glimlachen. „Omdat het leveren van aardgas aan langlopende contracten is gebonden, duurde het tot vorig jaar oktober voordat de opbrengsten voor de staat begonnen te stijgen. Tot die tijd was er zelfs sprake van een daling, terwijl de olieprijs al een halfjaar steeg. Nu het achterstallige effect is weggewerkt loopt de aardgasprijs mee op. Ook in hoog tempo. Het is verbazingwekkend dat politici daar niet eerder op reageren.”
De roep om een zelfstandige ontwikkeling van de gasprijs, los van de notering van ruwe olie, kan de energiespecialist wel begrijpen. Maar hij ziet geen mogelijkheden voor een ontkoppeling. „Net als bij kolen wordt de afzetprijs van gas ernstig beïnvloed door de olieprijs. Alle brandstoffen worden bijvoorbeeld gebruikt voor elektriciteitscentrales.”
Pas een evenwicht tussen vraag en aanbod zal de stijging van de olieprijs keren, denkt Van Gils. Hij verwacht om die reden ook dat de roep om kernenergie in West-Europa, dat nu lijdelijk toeziet, groter zal worden. „Als in Frankrijk een begin wordt gemaakt met de vervanging van de bestaande kerncentrales, zal zich dat uitbreiden. Een probleem vormt de aansprakelijkheid, er is geen bouwer die dat aandurft. In feite kan alleen een overheid dat aan.” Daarnaast krijgen de ontwikkeling van wind- en zonne-energie een kans. „Maar dat lukt alleen met behulp van subsidies.”