Steeds meer vutters nemen een baan
Mensen die voor hun 65e met pensioen gaan, hebben steeds vaker een baan waarmee ze hun uitkering aanvullen. In 2003 werkten 87.900 vutters tussen de 55 en de 65 jaar. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van de 44.800 in 1999.
Dit blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag heeft bekendgemaakt.
„Het is duidelijk een trend”, zegt econoom M. Vergeer van het CBS. De stijging is goed nieuws voor het kabinet, dat wegens de vergrijzing meer ouderen aan het werk wil houden. De toename is verder opmerkelijk wegens de oplopende werkloosheid, waardoor mensen moeilijker aan een baan komen.
Volgens Vergeer voelen mensen die tegen hun pensioen lopen zich steeds fitter. Een groeiende groep ambtenaren en werknemers uit het bedrijfsleven combineert daarom het vroegpensioen met betaald werk, bijvoorbeeld als adviseur.
Overigens is een deel van de groei te danken aan de toename van het aantal vutters. Het totaalaantal mensen tussen de 55 en de 65 jaar met vroegpensioen steeg van 355.000 in 1999 tot 451.000 in 2003.
Niet alleen mensen die vervroegd stoppen met werken, hebben vaker een baan. Ook 65-plussers maken hun rentree op de arbeidsmarkt. In 1999 hadden 69.000 mensen met een ouderdomspensioen een baan. In 2003 groeide hun aantal tot 81.900, een toename van 16 procent.
Eerder werd al bekend dat steeds meer ouderen die zijn gestopt met werken, weer aan de slag willen. Vorig jaar zocht een kwart van de 50-plussers die waren uitgestroomd, een nieuwe baan. In 2000 ging het nog om 12 procent.