Vissers melden meer explosieven
Het aantal meldingen van uit de Noordzee opgeviste explosieven is de afgelopen maanden sterk gestegen. Aanleiding is het ongeval aan boord van de kotter OD-1 uit Ouddorp. Op 6 april kwamen drie bemanningsleden om het leven toen een opgeviste bom uit de Tweede Wereldoorlog ontplofte.
Sinds april zijn er meer dan 200 meldingen van vissers bij de kustwacht binnengekomen. In het verleden bleef het aantal meldingen jaarlijks steken bij enkele tientallen, blijkt uit een maandag door minister Kamp van Defensie aan de Tweede Kamer verstuurde brief.
Volgens een ruwe schatting van de Britten uit de jaren vijftig moeten er zeker 300.000 projectielen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog in de Noordzee terecht zijn gekomen. Vissers hebben de plicht opgeviste explosieven te melden bij de kustwacht, die op zijn beurt de marine inschakelt om het projectiel onschadelijk te maken.
In de praktijk werden de bommen meestal teruggegooid, omdat de visser het te riskant vindt dergelijke projectielen op een slingerend schip aan boord te houden. Bovendien woog de financiële vergoeding niet op tegen het tijdverlies dat de visser oploopt door te wachten op assistentie van de marine.
Na het ongeval is de bereidheid om de coördinaten van weer teruggegooide explosieven door te geven aan de kustwacht, aanzienlijk toegenomen. „De vissers zijn zich na het ongeluk bewuster geworden van het gevaar dat deze projectielen kunnen opleveren”, zegt de plaatsvervangend directeur van de kustwacht, G. Miedema. Hij heeft sinds april 219 meldingen gekregen over in totaal 222 explosieven.
Om het terugvinden van de projectielen verder te vergemakkelijken verstrekt de marine sinds kort markeringsboeien aan de visserijsector. Daarnaast geeft de marine extra voorlichting over de gevaren van een opgeviste bom en over de procedure die de visser het best kan volgen.
Voorzitter Ben Daalder van de Federatie van Visserijverenigingen bevestigt dat vissers veel vaker de coördinaten van opgeviste bommen doorgeven. „Na het ongeval met de OD-1 hebben we gemerkt wat voor verschrikkelijks er met zo’n bom kan gebeuren. Voorheen gingen vissers eigenlijk vreselijk laconiek om met opgeviste bommen. Nu voelt men zich veel meer verantwoordelijk.”
De vissers is de laatste maanden „indringend” gevraagd de plaats van de opgeviste bommen te melden aan de marine. „Die gaan er dan gelijk op af.” Verder is er een geactualiseerde bommenkaart gekomen.
Daalder kan niet garanderen dat alle vissers de opgeviste projectielen nu ook daadwerkelijk melden. „Daar kan ik mijn hand niet voor in het vuur steken. Ik ben er niet bij aan boord. Maar als vissers gewoon een bom weer overboord smijten, zijn ze totaal onverantwoord bezig.”