Buitenland

EU-onderhandelingen met Turkije weer ter discussie

De relatie van de EU met Turkije blijft een moeizame. Het openen van toetredingsonderhandelingen lijkt een stap die bepaald niet door alle lidstaten van harte wordt gezet.

A. A. C. de Rooij
19 August 2005 10:56Gewijzigd op 14 November 2020 02:51

Of het overleg op de geplande datum aanvangt, is zelfs nog maar de vraag. In de aanloop ernaartoe dreigt in ieder geval een nieuwe confrontatie.

Onmiddellijk na de vakantie zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie er met elkaar over praten. Zij zijn volgens het door huidig voorzitter Groot-Brittannië opgestelde vergaderschema over twee weken, op 1 en 2 september, voor hun halfjaarlijkse informele gedachtewisseling over allerlei ontwikkelingen in de wereld bijeen in Newport, in het zuiden van Wales.

De besprekingen met Ankara moeten beginnen op 3 oktober. Dat is in december besloten tijdens een top onder regie van premier Balkenende. Dat beraad met zijn collega’s verliep niet gemakkelijk. Er bestonden grote aarzelingen of de natie aan de zuidoostelijke flank van het continent wel voldeed aan de criteria in de sfeer van rechtsstaat, democratie en mensenrechten. De Turken op hun beurt kozen voor een harde lijn. Zij gaven aan niet tegen elke prijs het traject naar het verenigd Europa te zullen vervolgen en weigerden om op alle punten onder het juk van Brussel door te gaan.

Binnen de EU viel te bespeuren dat veel politici de te starten onderhandelingen eerder zagen als onvermijdelijk dan dat zij er gedrevenheid voor toonden. Turkije is nu eenmaal in 1999 officieel geaccepteerd als kandidaat-lid en dat schept verplichtingen, luidde een redenering. Je kunt zo’n land niet eindeloos in de wachtkamer parkeren. Je dient serieuze inspanningen te plegen, gericht op het toekennen van het entreebiljet; anders druk je jezelf in internationaal verband het stempel op van een onbetrouwbare partner.

Wie had gedacht dat na de beslissing van eind 2004 de verstandhouding zou verbeteren en dat de partijen straks geruisloos met elkaar aan tafel zouden plaatsnemen, komt bedrogen uit. Het onbehagen over het mogelijke scenario dat over pakweg tien of vijftien jaar de EU wordt uitgebreid met Turkije groeit. Het nee van de Franse en de Nederlandse bevolking bij het referendum over de Europese grondwet heeft binnen de politiek sowieso de animo voor een verdere expansie van de Unie, ongeacht welke gegadigde het betreft, getemperd.

Meest opvallend is de omslag in het officiële standpunt van Frankrijk. President Chirac heeft destijds het besluit over de grootmacht aan de Bosporus voluit gesteund. Nu echter grijpt premier De Villepin -en andere ministers uit zijn kabinet doen dezelfde uitlatingen- de verwikkelingen in de kwestie Cyprus aan om, naar het lijkt, alsnog een hindernis op te werpen op de route naar 3 oktober.

De regeringsleiders hebben in december geëist dat Turkije voorafgaande aan die datum zou instemmen met een protocol op grond waarvan de bestaande douane-unie met de EU in oude samenstelling wordt verbreed tot ook de tien lidstaten die op 1 mei 2004 zijn toegelaten, waaronder Cyprus. In hun visie zou het op die manier de republiek in de Middellandse Zee impliciet erkennen en een belangrijk gebaar maken op weg naar het op een later tijdstip aanknopen van formele staatsrechtelijke betrekkingen.

Maar Ankara voegde enkele weken terug een eenzijdige verklaring toe aan de gevraagde handtekening, met daarin nadrukkelijk de verzekering dat die pennenstreek geen enkele betekenis heeft voor zijn positie ten aanzien van de Grieks-Cypriotische overheid in Nicosia. Met die actie beoogde de Turkse premier Erdogan waarschijnlijk de critici binnen eigen grenzen de mond te snoeren. Hij voelt vanuit de oppositie, de media en de strijdkrachten zware druk om op dit vlak geen concessies te doen. Binnen de EU merken velen zijn handelwijze daarentegen aan als een regelrechte provocatie.

Frankrijk meent nu dat er toch eigenlijk geen toetredingsoverleg kan starten zolang de betrokken natie 1 van de 25 lidstaten niet erkent. Daarmee brengt het een nieuwe voorwaarde in, want het communiqué van de top van acht maanden geleden bevat alleen de opdracht het douaneprotocol te ondertekenen. Meer dan dat zou toen voor Erdogan ook niet acceptabel zijn geweest.

Cyprus verheugt zich uiteraard over de stellingname van de Fransen. Eindelijk steun van een van de hoofdrolspelers binnen de club. Dan sta je een stuk sterker. Griekenland keurt het optreden van de Turken eveneens af. Oostenrijk heeft altijd al sceptisch geoordeeld over hun komst in de EU. In Duitsland verschijnt in september wellicht de christen-democrate Merkel als bondskanselier op het toneel en haar partij ijvert consequent voor slechts een bevoorrechte vorm van samenwerking in plaats van een volwaardig lidmaatschap.

Kortom, het draagvlak voor volledige aansluiting brokkelt af. Van de grote drie is enkel het Verenigd Koninkrijk een vastberaden voorstander van die status.

Na de vakantie wacht er in ieder geval een nieuwe, pittige discussie over de relatie met Turkije; en het zal niet de laatste zijn. De afweging waarvoor de ministers staan: de eerder afgesproken spelregels naleven en op 3 oktober gewoon beginnen of naar de signalen van de burgers luisteren en de onderhandelingen voorlopig op de lange baan schuiven?

De steeds terugkerende en niet beantwoorde kernvraag is echter: Wil de EU eigenlijk wel dat het moslimland ooit aanhaakt? Twijfels zijn gerechtvaardigd. In de voorbereidingsfase voor de opname van de kandidaten uit Oost-Europa klonk vanuit de politiek voortdurend veel enthousiasme voor die uitbreiding. Het betrof, zo hoorden we steeds weer, een historische operatie, het ging om de hereniging van het continent, die het ideaal van vrede en welvaart diende.

Bij Turkije daarentegen blijft het meestal bij beschouwingen over de vraag of wel of niet wordt voldaan aan de voorwaarden; geen bewoordingen waaruit blijkt dat men het als een missie ziet om ook die natie op enig moment binnen te halen. Als de leiders inderdaad een volwaardig lidmaatschap, om wat voor reden dan ook, geen verstandige optie achten, kunnen zij dat echter maar beter meteen uitspreken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer