Montenegro levert assistent Karadzic uit
Montenegro heeft Momcilo Mandic, een naaste medewerker van Radovan Karadzic, uitgeleverd aan de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina. Dit hebben Bosnische media donderdag gemeld.
Mandic was tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995) minister van Justitie van Republika Srpska. Na de oorlog maakte hij deel uit van het netwerk dat de jarenlange vlucht van Karadzic mogelijk maakte. Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft Karadzic aangeklaagd wegens onder meer volkerenmoord na de val van Srebrenica.
Mandic werd woensdag in zijn woning in de Montenegrijnse badplaats Budva aangehouden op basis van een Bosnisch arrestatiebevel. Hij wordt verdacht van het witwassen van geld en van betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad.
Alle bankrekeningen van Mandic in westerse landen en in Bosnië zijn al geruime tijd bevroren. Dit gebeurde op initiatief van Lord Paddy Ashdown, de hoge vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië. De Brit probeert Karadzic te pakken te krijgen door het netwerk te ontmantelen dat hem steunt.
De Servische justitie had Mandic na de moord op de Servische premier Djindjic in 2003 opgepakt. Ashdown toonde zich toen verheugd dat een „belangrijke steunpilaar” van de vlucht van Karadzic onschadelijk was gemaakt. Ook het Joegoslavië-tribunaal toonde belangstelling. Maar Mandic werd toen zonder aanklacht weer vrijgelaten.
Sinds het einde van de oorlog in Bosnië in 1995 hebben 862 Bosnische oorlogsveteranen zelfmoord gepleegd. Dat blijkt uit cijfers van de vakbond van Bosnische oorlogsveteranen, waarbij zowel Bosnisch-Kroatische als Bosnisch-islamitische veteranen zijn aangesloten.
De overgrote meerderheid van de mannen die zelfmoord pleegden was volgens de bond tussen de 35 en 40 jaar oud en kwam na de oorlog in een uitzichtloze situatie terecht zonder huis en werk. De veteranenbond heeft ongeveer 148.000 leden.
Over zelfmoord onder Bosnische Serviërs zijn geen cijfers beschikbaar.