Ross stelt de bestuurders aansprakelijk voor een financiële schade van enkele miljoenen euro’s die in de jaren negentig van de vorige eeuw door wanbeheer zijn ontstaan. Stichting Hestia had behalve de Braamberg ook verzorgingshuis Huis en Haard onder haar hoede. Beide instellingen zijn in 2003 ondergebracht bij De Drie Gasthuizen.

Het is voor het eerst dat bestuurders en leden van de raad van toezicht in de zorgsector op deze manier persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Ross doet dit omdat ze samen met minister Hoogervorst (volksgezondheid) wil kunnen optreden tegen slecht functionerende bestuurders die hierdoor onnodige hoge kosten veroorzaken. Bedoeling is dat deze rechtzaak leidt tot een modelaanpak bij dergelijke zaken.

In deze zaak verwijt Ross de voormalig directeur onder meer dat hij tussen 1991 en 2001 een bedrijfseconomische en organisatorische onverantwoorde situatie heeft laten voorbestaan. Hij heeft volgens haar nagelaten maatregelen te treffen om de gebrekkige administratieve organisatie en interne controle te verbeteren. Ook zou hij te weinig hebben gedaan om de personeelskosten en het ziekteverzuim structureel aan te passen.

De vier gedaagde leden van de raad van toezicht worden aansprakelijk gesteld, omdat zij niet tijdig bij de directeur hebben aangedrongen op maatregelen. De accountant heeft volgens Ross niet tijdig aandacht gevraagd voor de gevolgen van de structurele verliezen en het negatieve eigen vermogen voor de continuïteit van de Stichting Hestia. Hij had moeten waarschuwen en bij het bestuur moeten aandringen op verbetering van de administratie. Bovendien heeft hij volgens Ross bij een aantal jaarrekeningen ten onrechte een ongeclausuleerde accountantsverklaring afgegeven.