In november 1986 werd in Moiwana een slachting aangericht door een eenheid van het Nationaal Leger. Meer dan veertig mannen, vrouwen en kinderen werden gedood in een actie waartoe de toenmalige legerleider Desi Bouterse opdracht gaf. Het militaire apparaat dacht dat zich in het dorp strijders van het junglecommando ophielden.

Het Inter–Amerikaans mensenrechtenhof heeft de Surinaamse Staat een aantal maatregelen voor herstel van de schending van mensenrechten opgedragen. Naast financiële compensatie aan elk der 130 overlevenden moet er een fonds voor de ontwikkeling van de gemeenschap Moiwana worden opgezet. Het financiële deel van het vonnis komt neer op meer dan 4 miljoen dollar (3,25 miljoen euro).

Het hof heeft ook bepaald dat Suriname een volledig onderzoek moet instellen naar de massamoord en verantwoordelijken moet vervolgen en bestraffen. De mensenrechtenorganisatie Moiwana wijst er op dat de nabestaanden in de afgelopen jaren talloze verzoeken tot een onderzoek naar de massamoord hebben gedaan.

„Nu er een vonnis is, zal het moeten worden uitgevoerd", zegt Brunswijk, die bij de verkiezingen in mei tot parlementariër is gekozen. Zijn Algemene Bevrijdings– en Ontwikkelingspartij (ABOP) maakt deel uit van de te vormen regering. „Wanneer mensen onrecht is aangedaan en het recht moet zegevieren, moeten we allemaal voor de consequenties instaan", aldus coalitiepartner Brunswijk dinsdagavond laat (plaatselijke tijd) in Paramaribo.

„Eindelijk gerechtigheid voor de nabestaanden", verklaarde de mensenrechtenorganisatie Moiwana. Ze is ervan overtuigd dat Suriname zich zal houden aan de uitspraak van het hof. „Overlevenden en nabestaanden zijn bereid om samen te werken met de Staat om de uitspraak van het hof ten volle ten uitvoer te brengen", aldus Moiwana.

Het Openbaar Ministerie in Paramaribo bestudeert het vonnis. De demissionaire minister van Justitie en Politie, Siegfried Gilds, wil daarom nog geen uitspraak doen over het vervolgtraject.