De regering riep zondag de noodtoestand uit. Maandag zwermden militairen over de hoofdstad Colombo uit ter voorbereiding op de crematie van Kadirgamar, die dinsdag zou plaatsvinden op het centrale Onafhankelijkheidsplein. President Chandrika Kumaratunga, die in 1999 ernstig gewond raakte bij een aanslag van de LTT, de beweging van de Tamil-rebellen, zou de plechtigheid om veiligheidsredenen niet bijwonen.

De Tamil Tijgers ontkennen Kadirgamar, een van hun felste critici, te hebben vermoord en dringen er bij de strijdkrachten op aan de moordenaar in hun eigen rijen te zoeken. Maar Paliakkara zei dat hij zondag aan de buitenlandse ambassadeurs in Colombo heeft verteld dat de aanslag alle kenmerken draagt van de Tijgers.

Maandag werd uitgeroepen tot dag van nationale rouw en scholen, winkels en bioscopen kregen opdracht te sluiten. Overal in de stad hingen witte vlaggen ten teken van respect voor Kadirgamar, die vrijdagavond door sluipschutters werd doodgeschoten toen hij uit zijn zwembad stapte.

Een politiewoordvoerder zei dat 1000 soldaten, matrozen en politieagenten in Colombo zijn gestationeerd, terwijl nog eens tientallen commando’s van de terreurbestrijding de belangrijkste kruispunten bewaken. De wegen naar het Onafhankelijkheidsplein werden afgesloten.

De Noorse minister van Buitenlandse Zaken, een van de architecten van het in het ongerede geraakte vredesproces, arriveerde maandag om de rouwplechtigheid bij te wonen. De bewindsman en zijn onderminister, Vidar Helgesen, zullen na de plechtigheid naar verwachting met Kumaratunga overleggen hoe het nu verder moet met het vredesproces.