Meer dan veertig mannen, vrouwen en kinderen werden gedood bij een actie van het Surinaamse leger in het dorpje Moiwana. De militairen zochten er guerrillastrijders die in opstand waren gekomen tegen het toenmalige regime van Desi Bouterse.

Het CIDH draagt de Surinaamse regering verder op de plegers van deze misdaden tegen de burgers in het dorp op te sporen en te berechten. Bouterse beval een actie tegen het dorp maar ontkent dat daar burgers bij werden gedood.

De regering moet 13.000 dollar uitkeren aan elk van de 130 overlevenden als schadevergoeding en smartegeld en verder een fonds voor de onwikkeling van het dorp stichten van 1,2 miljoen dollar. De kosten van de procedure voor het aan de Organisatie van Amerikaanse Staten verbonden CIDH zijn voor rekening van Suriname volgens het vonnis.

Vooralsnog is niemand in deze zaak vervolgd. De bewoners van het dorp vluchtten onder meer naar het aangrenzende Frans–Guyana. In de streek werden talrijke mensen vermoord en dorpen verwoest omdat de strijdkrachten vreesden dat guerrillastrijders er zich konden schuil houden.