Buitenland

Aanklagers Milosevic falen met eerste getuige Racak

Een 24-jarige inwoonster van het Kosovaarse plaatsje Racak, Drita Emini, heeft dinsdag als eerste van een serie speciaal geselecteerde getuigen verklaringen afgelegd over de veronderstelde massamoord in haar dorpje in januari 1999.

ANP
29 May 2002 13:55Gewijzigd op 13 November 2020 23:35

De getuige leek opvallend weinig te weten over haar dorp en was zelfs zeer slecht op de hoogte van de inhoud van haar eigen schriftelijke verklaringen tegenover onderzoekers van het Joegoslavië-tribunaal.

De vondst van tientallen lijken in Racak was destijds voor de NAVO een aanleiding om Joegoslavië aan te vallen. Er werd vrijwel onmiddellijk aangenomen dat Servische troepen verantwoordelijk waren voor een massamoord in Racak op 15 januari 1999. Deze lezing is echter niet enkel door Serviërs bestreden.

Voor de aanklagers is de Servische schuld aan het bloedbad in Racak een hoeksteen in hun bewijsvoering tegen de beklaagde, de voormalige president Slobodan Milosevic.

Omdat er weinig tijd beschikbaar is, hebben ze uit ruim zestig getuigen er vijf geselecteerd die in Den Haag in persoon komen getuigen. Emini was dinsdag de eerste. Haar verklaringen kunnen worden samengevat met: „Ik weet het niet.”

De weinige volzinnen die Emini uitsprak als antwoord op vragen van de beklaagde, waren voor een deel in tegenspraak met haar eerdere schriftelijke verklaringen tegenover tribunaalonderzoeker Kelly.

De getuige vertelt in die verklaringen over de voorgeschiedenis van Servische terreur in Racak en ze is voorts ooggetuige van de massamoord. Zo stelt ze onder meer dat Servische troepen in de ochtend van de 15e januari het vuur openden op het dorp. Ze zag dat vanuit een kelder waar ze met familie en dorpelingen dekking had gezocht.

Bij het kruisverhoor van Milosevic kwamen er evenwel grote hiaten in de kennis van Emini aan het licht. Ze wist vrijwel niets van strijders van de Albanese guerrilla (UCK) in het dorp. In haar verklaring stond bijvoorbeeld dat haar vader en broer loopgraven groeven voor de UCK. Moeizaam improviserend stamelde Emini dat haar vader en broer de bergen ingingen, maar ze had geen idee waarom. Rechtbankvoorzitter May probeerde vergeefs te weten te komen waarom er andere dingen stonden in haar schriftelijke verklaringen. De getuige kreeg die ten slotte voor zich, maar dat leidde niet tot duidelijker antwoorden.

De enige dingen die Emini moeiteloos opdreunde waren de aanval van de Serviërs op haar dorp op 24 augustus 1998 en de massamoord van 15 januari 1999. Vrijwel alles wat zich in Racak niet op die data afspeelde, was Emini een raadsel. „We leefden als vluchtelingen”, aldus de getuige. Ze zei niet meer precies te weten wanneer ze in die tijd wel en niet in Racak was, waarschijnlijk tot groot genoegen van Milosevic. Hij krijgt morgen nog twintig minuten voor zijn kruisverhoor.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer