Britse regering wil tien radicale moslims uitwijzen
De Britse regering wil tien buitenlanders die donderdag werden opgepakt omdat ze een gevaar voor de nationale veiligheid zouden vormen, het land uitzetten. Een van hen is de Palestijnse geestelijke Abu Qatada, die wordt omschreven als de spirituele ambassadeur van Osama bin Laden in Europa.
Radicale figuren werden in het verleden tamelijk ongemoeid gelaten in Groot-Brittannië, maar sinds de zelfmoordaanslagen van 7 juli in Londen is daarvan geen sprake meer. Vorige week kondigde premier Tony Blair maatregelen aan om personen met extremistische opvattingen te kunnen uitzetten. Minister van Binnenlandse Zaken Charles Clarke noemde het donderdag van vitaal belang dat er wordt opgetreden tegen personen die de nationale veiligheid in gevaar brengen.
Abu Qatada ofwel Omar Mahmud Othman Abu Omar, die een Jordaans paspoort heeft, kreeg in 1993 politiek asiel in Groot-Brittannië. Sinds 2002 heeft hij vastgezeten of onder toezicht gestaan en nu dreigt hij te worden uitgezet naar Jordanië, waar hij twee keer bij verstek is veroordeeld voor zijn aandeel in een reeks aanslagen en terroristische complotten. De Britse autoriteiten geloven dat hij een inspirator was van Mohammed Atta, de leider van de kapers van 11 september 2001. Hij zou banden hebben met extremistische moslimgroepen in heel Europa.
Abu Qatada’s advocaat, Gareth Peirce, veroordeelde de arrestaties. Volgens haar kantoor zijn de arrestanten niet in de gelegenheid gesteld hun advocaten te spreken. Behalve Abu Qatada heeft nog een aantal van de opgepakte buitenlanders op grond van de Britse antiterreurwetgeving tot drie jaar gevangengezeten zonder voor de rechter te zijn gebracht. In maart werden ze vrijgelaten, nadat de hoogste Britse rechtbank had geoordeeld dat hun hechtenis onwettig was. Sindsdien stonden ze onder toezicht en hadden ze een nachtelijk uitgaansverbod of huisarrest. Ook mochten ze geen gebruikmaken van telefoon en internet.
De arrestanten hebben vijf werkdagen de tijd om tegen hun deportatie in beroep te gaan, zo liet het ministerie van Binnenlandse Zaken weten. Procedures tegen de uitzettingen kunnen maanden in beslag gaan nemen. Een woordvoerster van het ministerie zei dat de tien niet zullen worden uitgezet voordat de betrokken landen de garantie hebben gegeven dat ze niet onmenselijk behandeld zullen worden. De regering heeft tien landen, waaronder Algerije, Libanon, Egypte en Tunesië, gevraagd hiertoe een schriftelijke overeenkomst te tekenen. Als eerste land tekende Jordanië woensdag een dergelijke overeenkomst.
Organisaties als Amnesty International hechten weinig waarde aan toezeggingen op dit vlak. Op grond van de Europese Mensenrechtenconventie mag Groot-Brittannië mensen niet uitwijzen naar landen waar ze de doodstraf kunnen krijgen of waar ze het gevaar lopen te worden gemarteld.
In Libanon is donderdag de omstreden radicale moslimgeestelijke Omar Bakri gearresteerd. Dat hebben bronnen binnen de Libanese veiligheidsdiensten gemeld. Bakri, die vorige week zaterdag vanuit Groot-Brittannië vertrok, werd aangehouden toen hij het gebouw van een televisiestation in de hoofdstad Beiroet verliet. Hij had daar een interview gegeven.
In het vraaggesprek ontkent Bakri dat hij banden onderhoudt met het terreurnetwerk al-Qaida van Osama bin Laden. Hij zei de „onschuldige doden” als gevolg van de terreuraanslagen te betreuren. Volgens de Libanese veiligheidsdienst is er geen aanklacht tegen Bakri ingediend, maar wordt hij ondervraagd. De politie kan hem maximaal 72 uur vasthouden.
Bakri heeft in Groot-Brittannië grote woede gewekt met zijn radicale uitspraken. Hij zei onder meer dat hij nooit geloofsgenoten bij de politie zou aangeven als hij wist dat die van plan waren om bommen te plaatsen. Ook zei hij geen moeite te hebben met gijzelingsacties op Britse scholen door terroristen „met de juiste motieven.” Bakri heeft ontkend dat hij de vier daders van de bomaanslagen van 7 juli heeft omschreven als „the fantastic four” (het fantastische viertal), zoals de krant The Sunday Times beweerde.
De Britse regering zou Bakri in de toekomst de toegang tot het land willen ontzeggen. Zij onderzoekt ook mogelijkheden om Bakri en twee andere moslimgeestelijken aan te klagen. Zij zouden tot moord en hoogverraad hebben aangezet door terreurdaden goed te praten en zelfs te verheerlijken.
Bakri is afkomstig uit Syrië, maar heeft zowel de Syrische als de Libanese nationaliteit omdat de familie van zijn vrouw uit Libanon komt. In het interview zei Bakri geen plannen te hebben om terug te keren naar Groot-Brittannië, waar hij bijna twintig jaar heeft gewoond. „Ik ben van plan weer te gaan wonen in mijn thuisland”, aldus de imam op de commerciële zender Future TV vlak voor zijn arrestatie.