„De verklaring moet waarschijnlijk gezocht worden in milieufactoren en leefgewoonten, al is nog niet bekend wat precies de risico’s zijn", aldus diensthoofd Devlieger van het UZ Leuven woensdag in tijdschrift Knack.

In agglomeraties blijken meer zwangerschappen te eindigen in een vroeggeboorte dan op het platteland. Volgens Devlieger komt het ook meer voor in lagere sociale klassen dan in hogere.

Enkele oorzaken kunnen een deel van de stijging verklaren. Dat zijn de toename van de meerlingen en kunstmatige bevruchtingen. Die hebben statistisch meer kans op een premature geboorte. Maar zelfs als deze factor buiten beschouwing wordt gelaten, „dan nog blijkt het aantal vroeggeboorten opvallend toe te nemen", aldus Devlieger. Hij ziet dezelfde trend in Frankrijk, Noorwegen en de VS.

Een te vroeg geboren baby is kwetsbaar omdat veel organen nog niet zelfstandig kunnen functioneren. Cruciaal zijn de longen, die vanaf de 22ste zwangerschapsweek longblaasjes gaan ontwikkelen. De gevolgen voor het latere leven zijn nooit helemaal voorspelbaar.