Helderheid geëist over riskante operaties
De Consumentenbond eist meer openheid van ziekenhuizen over risicovolle operaties. De belangenorganisatie heeft 96 ziekenhuizen gevraagd hoe vaak zij negen zware ingrepen uitvoeren. Slechts 38 wilden er meewerken, aldus de bond.
Openheid is noodzakelijk, zodat patiënten een afgewogen keuze kunnen maken tussen de verschillende ziekenhuizen, stelt de Consumentenbond. Ze willen volgens de belangenclub weten of ze bij een bepaalde aandoening in het ene ziekenhuis beter worden geholpen dan in het andere. Ook de overheid wil de prestatiegegevens van de ziekenhuizen openbaar maken.
De Consumentenbond heeft gevraagd hoe vaak de ziekenhuizen bijvoorbeeld slokdarm-, maag- en borstkanker behandelen. Ook heeft de bond geprobeerd na te gaan hoe vaak er hartchirurgie op kinderen wordt toegepast.
Volgens de bond heeft de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) de leden geadviseerd terughoudend te zijn met het verstrekken van gegevens. De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde heeft volgens de consumentenorganisatie zelfs geadviseerd niet mee te werken.
De cijfers geven volgens de NVZ geen inzicht in de ervaring van individuele specialisten. Een ziekenhuis kan een specialist in dienst hebben die in verschillende hospitalen werkt en veel ervaring heeft, aldus de NVZ. Het kan ook zijn dat meerdere doktoren in één ziekenhuis dezelfde handeling uitvoeren en daarom juist weinig ervaring opbouwen.
De ziekenhuizen geven jaarlijks een overzicht van de prestaties, stelt de NVZ, maar deze informatie is alleen bedoeld voor toezichthouders. De vereniging werkt aan een systeem waarmee patiënten ziekenhuizen met elkaar kunnen vergelijken.
Enkele maanden geleden kreeg de NVZ het met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) aan de stok, ook over de openbaarmaking van de prestaties van ziekenhuizen. Aanleiding was een inspectierapport over ziekenhuizen in 2003.
In dat rapport trok de IGZ de conclusie dat veel ziekenhuizen te weinig ingewikkelde operaties verrichten om de ervaring en de routine op peil te kunnen onderhouden. De kans op complicaties zou daardoor toenemen, aldus het rapport.
Een andere aantijging van de IGZ luidde dat veel ziekenhuizen de medicatiegegevens van patiënten niet digitaal zouden bijhouden. Zo beschikte volgens het rapport de helft van de ziekenhuizen niet over een elektronisch medicatiedossier.
De NVZ liet daarop weten dat de in het rapport gehanteerde indicatoren nog ongeschikt waren voor onderlinge vergelijking, omdat 2003 een proefjaar was. „Met deze conclusies zet de inspectie de patiënt op het verkeerde been”, aldus de NVZ destijds.