Mohammed B. gaat niet in hoger beroep
Mohammed B., de man die onlangs door de rechtbank in Amsterdam is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor onder meer de moord op Theo van Gogh, gaat niet in hoger beroep.
Dat heeft zijn advocaat P. Plasman donderdag meegedeeld. Eerder had het openbaar ministerie (OM) al aangegeven geen appèl aan te tekenen tegen het vonnis. De straf is hiermee onomkeerbaar.
De rechtbank kwam tot het oordeel dat B. de moord op de 47-jarige filmmaker op 2 november met terroristisch oogmerk heeft gepleegd. Ook achtte de rechtbank bewezen dat B. schuldig is aan poging tot moord op een aantal politieagenten en twee omstanders en het belemmeren van Tweede-Kamerlid Hirsi Ali in haar werk. Deze feiten heeft de 27-jarige Amsterdammer van Marokkaanse afkomst met terroristisch oogmerk begaan, aldus de rechtbank.
Het OM had naast levenslang geëist dat B. het actief en passief kiesrecht voor de rest van zijn leven zou worden ontnomen. Hier ging de rechtbank niet in mee. De rechters achtten de kans niet reëel dat B., gezien de standvastigheid van de verdachte in zijn ideologie, gebruik zal maken van dat recht.
Toch moet B. nog een keer voor de rechter verschijnen, en wel in het proces rond de Hofstadgroep. Het OM verdenkt B. ervan een leiddinggevende rol te hebben gespeeld binnen het terreurnetwerk. Tijdens de laatste pro forma-zitting medio juli gaf officier van justitie K. Plooy aan dat het maatschappelijk onverantwoord is om B. hier niet voor te vervolgen en speelt straf een ondergeschikte rol. De rechtbank zou B. wel schuldig kunnen verklaren, maar kan hem, gezien zijn levenslange veroordeling, geen straf meer opleggen.
B., door de rechtbank aangeduid als overtuigingsdader, die een radicale interpretatie van de islam aanhangt, wenste zich tijdens de rechtszaak rond Theo van Gogh, niet te laten verdedigen, omdat hij de rechtbank niet erkent. Plasman kon donderdag niet zeggen hoe B. zijn verdediging ziet in het proces rond de Hofstadgroep.