Nadat zij begin 2003 een oproep had gekregen voor „een informatief gesprek" bij de politie in Belgrado (onder meer in het kader van een onderzoek naar de moord in 2000 op de voormalige president van Servië, Ivan Stambolic), week Markovic uit naar Rusland. Daarop vaardigden de Servische autoriteiten een internationaal opsporingsbevel tegen haar uit.

Onder druk van de SPS, de partij van Milosevic, is dat opsporingsbevel kortgeleden ingetrokken. Wel moet zij zich half september melden bij de politie in Belgrado. De Servische regering van premier Kostunica heeft geen meerderheid in het parlement en is voor haar voortbestaan afhankelijk van de politieke steun van de SPS.

Slobodan Milosevic staat al sinds februari 2002 terecht voor het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag op beschuldiging van oorlogsmisdaden, begaan tijdens de oorlogen in het voormalige Joegoslavië in de jaren ’90. Voor zij naar Moskou uitweek, kwam Mira Markovic geregeld op bezoek bij haar echtgenoot in de Scheveningse strafgevangenis. Het twee jaar geleden tegen haar uitgevaardigde opsporingsbevel maakte verdere bezoeken echter onmogelijk: de Nederlandse regering zou verplicht zijn geweest haar aan te houden en aan Servië–Montenegro uit te leveren.

Volgens Danas, die zich beroept op een betrouwbare bron binnen de Servische regering, zou de SPS ook hebben gevraagd het internationale opsporingsbevel tegen de zoon van het echtpaar, Marko Milosevic, in te trekken. Marko, die wordt beschuldigd van een aantal strafbare feiten waaronder grootschalige belastingontduiking en mishandeling, vluchtte direct na de val van Milosevic in oktober 2000 het land uit. Officieel is zijn verblijfplaats onbekend.

Een van de juridisch adviseurs van Milosevic kon het ANP donderdag desgevraagd geen nadere uitleg geven over het ’verhuisbericht’ in Danas.