Staatsgrepen in Mauritanië schering en inslag
President Maaouya Ould Sid’Ahmed Taya van Mauritanië heeft nooit veel te vrezen gehad van de stembus. Nadat hij in 1984 door een coup aan de macht was gekomen, won hij opeenvolgende verkiezingen met overmacht. Staatsgrepen vormen de laatste jaren een grotere bedreiging voor het staatshoofd van het straatarme West–Afrikaanse woestijnland.
De ernstigste bedreiging voor zijn macht kwam in juni 2003. Het leger sloeg met gewapende hand een opstand van een groep militairen neer, waardoor vijftien personen omkwamen. Ook vorig jaar werden twee couppogingen vroegtijdig ontdekt.
Vooral onder behoudende moslims broeit het. Mauritanië werd in 1999 het derde Arabische land dat volledige diplomatieke banden aanknoopte met Israël. Dat stuitte in eigen land op veel verzet. Critici in de islamitische republiek vinden dat het staatshoofd een veel te pro–Westerse koers vaart. Taya heeft de Amerikaanse oorlog tegen Irak niet openlijk gesteund, maar in het publiek ook geen traan gelaten, toen Saddam Hussein uit Bagdad werd verdreven.
De belangrijkste posten in het land zijn traditioneel in handen van lichtgekleurde moren. Discriminatie van zwarte Afrikanen, die bijna eenderde van de bevolking uitmaken, komt nog steeds voor, net als slavernij.
Een andere bron van onrust is de grote armoede. Slechts een half procent van het enorme woestijnland is geschikt voor landbouw. Bijna tweederde van de 2,8 miljoen inwoners kan lezen noch schrijven.
Mauritanië is bijna twee keer zo groot als de voormalige kolonisator Frankrijk. Toch heeft het West–Afrikaanse woestijnland nauwelijks meer dan achthonderd kilometer geasfalteerde wegen.
De belangrijkste exportproduct zijn ijzererts en vis. Vanuit Nederland stropen vissers uit onder meer Katwijk de Atlantische Oceaan voor de Mauritaanse kust af. Enkele jaren geleden bezocht de Mauritaanse minister van Visserij het Zuid–Hollandse vissersdorp. Langs de kust ligt ook een waddengebied waar veel vogels uit Europa overwinteren.
Economisch gezien is er echter hoop voor het straatarme land. De Mauritaanse regering hoopt dat olievoorraden onder de bodem van de Atlantische Oceaan de komende jaren winstgevend kunnen worden geëxploiteerd.