HRW: Iran schond internationaal recht door tieners op te hangen
Iran heeft het internationaal recht geschonden door vorige week twee minderjarigen op te hangen. Dat zegt de in New York gevestigde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een woensdag uitgebracht rapport. De veroordeelden, 18 en 16 jaar oud, werden 19 juli in de noordelijke stad Mashhad in het openbaar opgehangen wegens het aanranden van een 13–jarige jongen. De oudste veroordeelde was 17 toen hij het strafbare feit beging.
Het verdrag inzake de Rechten van het Kind en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten verbieden de doodstraf voor misdaden die zijn gepleegd voor het achttiende levensjaar, zei HRW. Iran heeft beide verdragen geratificeerd.
Hadi Ghaemi, een Iraniër die onderzoek heeft gedaan voor het rapport van HRW, zei dat op een handvol na alle landen het terechtstellen van minderjarige daders verbieden en dat Iran dat ook zou moeten doen. HRW drong er bij het Iraanse parlement op aan een wetsvoorstel dat daartoe is voorbereid, snel aan te nemen.
Behalve Iran, dat vorig jaar zeker vier minderjarige daders terechtstelde en nog dertig minderjarig daders in de dodencel heeft zitten, is alleen van China, Congo, Pakistan en de Verenigde Staten bekend dat zij de afgelopen vijf jaar minderjarige daders ter dood hebben gebracht.