In deze plaats in de Sinaï vielen destijds meer dan dertig doden, vooral Israëliërs. Doelwit was destijds onder meer het Hilton–hotel.

Bij de aanslagen in Sharm el–Sheikh zouden in elk geval twee zelfmoordenaars zijn omgekomen. Een daarvan zou de 20–jarige Moussa Badran zijn geweest uit de Egyptische plaats el–Arish, in de noordelijk Sinaï aan de Middellandse Zee. Hij zou de zelfmoordaanslag voor het Ghazala Gardens Hotel hebben gepleegd.

Ook de broer van Moussa zou bij de aanslagen betrokken zijn geweest. Beide broers zouden weer contacten hebben gehad met ene Mohammed Fulayfel uit el–Arish, die wordt gezocht wegens de aanslagen in Taba.

El–Arish, waar veel bedoeïen en Palestijnse vluchtelingen wonen, zou de uitvalsbasis zijn geweest van de daders van ’Taba’. Kort na de aanslagen in oktober 2004 hield de politie razzia’s in el–Arish waarbij volgens mensenrechtengroepen tot 2500 mannen werden opgepakt, onder wie naar verluidt ook Moussa Badran.

Velen werden maandenlang vastgehouden zonder aanklacht en een aantal zou ook zijn gemarteld. Naar verluidt zitten nog 139 mensen vast. In de plaats is dezer dagen DNA–materiaal afgenomen van familieleden van onder anderen Badran. De Egyptische overheid heeft eerder gezegd dat het terreurnetwerk al–Qaeda niets van doen had met ’Taba’.

Sommige Egyptische commentatoren vermoeden dat de aanslagen in Sharm el–Sheikh deels waren bedoeld als een vergelding voor de wijze waarop Egyptische veiligheidstroepen inwoners van el–Arish hebben aangepakt.

De aanslagen in Sharm el–Sheikh zijn door drie groeperingen opgeëist waarvan er één verklaarde ook verantwoordelijk te zijn geweest voor de aanslagen in Taba. Het onderzoek in Sharm el–Sheikh richtte zich eerder vooral op Pakistaanse mannen die in de luxe badplaats waren. Intussen zou zijn gebleken dat zij er niets mee te maken hebben. Het officiële dodental staat op zeker 67, aldus het Egyptische ministerie van Toerisme woensdag.

Woordvoerders van de bedoeïnen–gemeenschap in de Sinaï hebben ontkend achter de aanslagen te zitten. Veel bedoeïnen vinden dat ze ten onrechte in een kwaad daglicht worden gesteld, vooral omdat ze ook na de aanslagen in Sharm el–Sheikh weer doelwit waren van acties van Egyptische veiligheidstroepen.

Bedoeïnen, (half–)nomadische woestijnbewoners die al eeuwen in onder meer de Sinaï leven, verdienen momenteel deels hun deel hun geld in de toeristenindustrie in de zuidelijke Sinaï. Veel gemeenschappen zijn evenwel ook onder druk gezet door het toerisme, waardoor ze grond verloren en waardoor hun traditionele leven vaak ingrijpend veranderde. Naar schatting zijn er 80.000 bedoeïnen in de Sinaï, van wie eenderde een baan heeft die aan het toerisme is gerelateerd.