Fragmentering groot probleem veiligheidsbeleid VS
Kort na de septemberaanslagen in 2001 nam de politie van New York contact op met Israëlische deskundigen. Als er ergens een land is dat ervaring heeft met zelfmoordaanslagen dan is het wel Israël, luidde de redenering.
Sindsdien heeft de New Yorkse politie een permanente vertegenwoordiger in Israël die daar met de veiligheidsautoriteiten contact houdt. Regelmatig vliegt de man naar New York om zijn collega’s op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen.
„Mensen die zelfmoordaanslagen plegen, hebben een bepaald profiel”, weet politiewoordvoerder Paul Browne. „Verder zijn er bepaalde technieken waarop men moet letten en ten slotte is er het publiek, dat soms waardevolle informatie kan verschaffen. Israël heeft veel ervaring op dit gebied.”
New York is niet meer het enige politiekorps dat hulp zoekt in Israël. „Na de recente aanslagen in Londen weten wij dat het menens is. Natuurlijk moeten wij bedacht zijn op grote aanslagen zoals in 2001 in New York en Washington, maar moeilijker is misschien nog om aanslagen op kleinere schaal te ontdekken en te voorkomen”, aldus hoofdcommissaris van politie Gilbert Kerlikowske in Seattle. Volgens hem is het niet meer de vraag óf terroristen met zulke aanslagen in Amerika zullen beginnen, maar alleen nog maar wannéér dat gebeurt.
„Een groot probleem voor de Amerikaanse politiekorpsen vormt de fragmentering van ons systeem”, meent hoofdcommissaris van politie John Timoney van Miami (Florida). Het zou volgens hem veel effectiever zijn als niet alle politiekorpsen apart hulp zochten in Israël of in Groot-Brittannië -waar men de nodige ervaring heeft met Ierse terroristen- maar als dat centraal gebeurde. „Haal de expertise centraal binnen, zorg voor een gecentraliseerd informatiesysteem voor alle korpsen en zorg vooral voor een effectieve uitwisseling van actuele informatie. Maar vooral dat laatste blijft voorlopig een mooie droom”, aldus Timoney.
Amerika heeft 18.000 lokale en regionale politiekorpsen plus de landelijk opererende FBI. Het land heeft verder vijftien verschillende inlichtingendiensten die, ondanks alle optimistische verklaringen van Washington, nog allesbehalve harmonieus samenwerken. En dan is er nog het ministerie van Binnenlandse Veiligheid (Homeland Security) met overkoepelende verantwoordelijkheden.
Het is niet eenvoudig om al deze diensten effectief te laten samenwerken, hoewel het hier en daar al wel gebeurt. In de haven van New York bijvoorbeeld (gezamenlijk bestuurd door de staten New York en New Jersey) patrouilleert de kustwacht (Homeland Security) in samenwerking met de lokale politie.
Homeland Security is een ambtelijk monster waar 180.000 mensen werken. Niet minder dan 22 verschillende diensten uit bijna evenveel ministeries werden in één klap bij elkaar geveegd. Diensten zoals de kustwacht, de douane, de grenspolitie en de dienst voor agrarische veiligheid -om er maar enkele te noemen- hadden eigen bevoegdheden en tradities en waren niet het gewend in een groot verband samen te werken.
„President Bush wilde na de septemberaanslagen aanvankelijk niets weten van één ministerie van Binnenlandse Veiligheid toen dat werd voorgesteld door de oppositie. Pas toen het politiek opportuun was, omarmde hij het idee en creëerde Washington dit nieuwe monsterministerie”, aldus analist Mark Schuster van het researchinstituut Rand Corporation. Oud-gouverneur Tom Ridge van Pennsylvania kreeg de opdracht de lappendeken van verschillende diensten aaneen te smeden tot een effectief geheel.
Tom Ridge was de man die het Amerikaanse gekleurde waarschuwingssysteem introduceerde. Ridge besloot verschillende malen ook ”verhoogde waakzaamheid” af te kondigen, zonder dat er daarna iets gebeurde. President Bush verzocht Ridge na de laatste verkiezingen te vertrekken. In zijn plaats werd Michael Chertoff benoemd, de voormalige chef van de afdeling crimineel onderzoek van het ministerie van Justitie. Chertoff begon bij zijn aantreden in februari zijn ministerie grondig door te lichten en kondigde begin deze maand ingrijpende hervormingen aan.
Er komt een aparte inlichtingenafdeling die nauw samenwerkt met de bestaande inlichtingendiensten. Enkele cruciale afdelingen rapporteren direct aan Chertoff en de andere afdelingen rapporteren aan zijn waarnemers. Er komt ook een aparte afdeling die lokale en regionale autoriteiten moet helpen de gevolgen van terreuraanslagen op te vangen. Chertoff denkt hierbij in de eerste plaats aan biologische, chemische of nucleaire aanslagen.
„Ik denk dat ons ministerie zich vooral moet concentreren op het voorkomen van grote aanslagen die duizenden slachtoffers kunnen eisen en niet op aanslagen op de ondergrondse of andere transportsystemen waarbij slechts tientallen slachtoffers te verwachten zijn”, aldus Chertoff bij de introductie van zijn hervormingen. Deze opmerking werd hem niet in dank afgenomen. Tellen alleen de grote getallen of geldt ieder leven voor de nieuwe minister? Chertoff gaf achteraf toe „geen politicus” te zijn; met andere woorden, hij heeft nog onvoldoende ervaring in het pijnloos verkopen van harde waarheden.
Chertoff is niet van plan om net als zijn voorganger Ridge te pas en te onpas de publiciteit te zoeken. „Ik wil geen publiciteit omwille van de publiciteit”, aldus Chertoff. De kritiek liet niet lang op zich wachten. „Amerika’s belangrijkste veiligheidschef moet bij het publiek bekend zijn”, aldus afgevaardigde Bennie Thompson.
Diens collega Jane Harman vraagt om geduld. „Het is positief dat iemand zonder partijbindingen en met een scherp analytisch verstand dit belangrijke ministerie doorlicht. Het was een wangedrocht, gecreëerd uit politiek opportunisme. Wij hebben een no-nonsenseman als Chertoff nodig om dit gedrocht om te smeden tot een effectief apparaat”, aldus Harman.