Zorg over toename xtc–gebruik in Noord–Nederland
Het aantal meldingen van problemen met xtc-gebruik in Noord-Nederland is de afgelopen drie jaar met meer dan 500 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers van Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN). Het aantal verslaafden in de drie noordelijke provincies is echter gelijk gebleven.
Het aantal meldingen van xtc-problemen steeg van 50 in 2001 tot 260 in 2004. Het totaalaantal verslaafden in Noord-Nederland steeg met 30 procent, van 4909 in 2001 naar 6307 in 2004. Behalve met xtc constateerde de VNN ook meer problemen met het gebruik van alcohol, cannabis en cocaïne.
Volgens voorzitter K. Koops van de raad van bestuur van de VNN lijken de cijfers te duiden op een flinke toename van het gebruik van xtc in de noordelijke regio. „Zo’n uitspraak is niet wetenschappelijk te staven. Theoretisch kan het ook zo zijn dat van de xtc-gebruikers meer mensen zich hebben gemeld met problemen”, legde hij dinsdag uit. „Maar het is zeker een zorgwekkende toename die doet vermoeden dat er meer aan de hand is.”
De stijging van het aantal probleemgevallen met xtc is vooral opmerkelijk omdat de drug in heel Nederland de afgelopen jaren flink aan populariteit heeft ingeboet. Dat bevestigde het Trimbos-instituut, dat elke vier jaar een groot onderzoek houdt naar het drugsgebruik onder jongeren. In 2003 gebruikte slechts 1,2 procent van de Nederlandse jongeren regelmatig xtc.
„Maar het is zeker niet ongebruikelijk dat regio’s buiten de Randstad andere trends volgen, of pas later een bepaalde drug ontdekken”, lichtte een zegsman toe. „Het is ook vaak zo dat in de regio’s andere middelen meer worden gebruikt dan in de grote steden.” Volgens het Trimbos-instituut is de xtc-markt in Nederland al enkele jaren stabiel.
Mensen die zich bij verslavingszorg melden, zijn op enigerlei wijze in de problemen gekomen door hun drugsgebruik. Koops vermoedt dat er regelmatig gebruikt wordt op de zogenaamde schuurfeesten, een populair fenomeen onder plattelandsjongeren. Verslavingszorg Noord-Nederland wil nader onderzoek gaan doen naar het gestegen gebruik, zodat de hulpverlening hierop kan worden aangepast.