Rice brengt onverwacht bezoek aan Libanon
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, heeft vrijdag een onverwacht bezoek gebracht aan Libanon. De bewindsvrouwe kwam uit Israël, waar ze een onderhoud had gehad met premier Sharon over het vredesproces in het Midden-Oosten.
Rice sprak vrijdag de steun van de VS uit voor de nieuwe Libanese regering en de politieke en economische hervormingen die zij nastreeft. Ook feliciteerde zij het Libanese volk met zijn „ongelooflijke zucht naar democratie en met het feit dat het voorwaarts gaat en nu een regering heeft gevormd.”
De minister bezocht het huis van Saad Hariri, de zoon van de in februari vermoorde ex-premier Rafiq Hariri. Ook bezocht ze diens graf en legde een krans. Rice sprak gedurende dertig minuten met de pro-Syrische president van Libanon, Emile Lahoud. Over de onderwerpen die daarbij zijn aangesneden, werden geen mededelingen gedaan.
Vermoedelijk sprak zij over de moeizame en snel verslechterende relatie tussen Libanon en Syrië. „Goede buren sluiten hun grenzen niet voor elkaar”, aldus Rice voorafgaand aan haar onderhoud met Lahoud in een verwijzing naar maatregelen van Damascus tegen goederenverkeer uit Libanon. „Er heerst een zeer ernstige situatie aan de Libanese grens, waar Libanese handel wordt gewurgd.”
Volgens een medewerker van Rice was het korte bezoek aan Beiroet overigens niet echt een verrassing. Het stond al enige tijd op de agenda. „We moesten alleen het juiste moment kiezen. We hebben een regering nodig waarmee we kunnen praten.” Drie dagen geleden was de nieuwe Libanese regering onder leiding van premier Fouad Siniora een feit.
Ook de terroristische Hezbollah-beweging heeft daar zitting in. Siniora verdedigde de opname van de sjiieten in zijn regering vrijdag. Hezbollah veroverde bij de parlementsverkiezingen van vier ronden in mei en juni veertien zetels in het parlement en leverde de minister van Energie aan het kabinet.
Rice herinnerde Libanon er vrijdag fijntjes aan dat het zich samen met Syrië dient te voegen naar VN-resolutie 1559, waarin ook de ontwapening van Hezbollah is opgenomen. „Er kan maar één autoriteit zijn in een land, en in een democratie behoort het geweldsmonopolie de overheid toe”, aldus Rice, refererend aan de zwaarbewapende Hezbollah-milities die het in Zuid-Libanon voor het zeggen hebben.
Siniora zei dat er „begrip, geduld en overleg” nodig is om binnen Libanon overeenstemming te bereiken over de ontwapening van Hezbollah, die door de Verenigde Naties op de lijst van internationale terreurgroepen is geplaatst.
Rice zei verder dat voor de VS elk contact met de Hezbollah- minister in de nieuwe Libanese regering uitgesloten is, maar dat Washington ernaar streeft normale betrekkingen met het nieuwe kabinet te onderhouden.