Aanslagen Spanje waren gericht op regering
Een groepering die zich de Abu Hafs al-Masri Brigades noemt waarschuwde deze week enkele Europese landen, waaronder Nederland, voor nieuwe terreuraanslagen als deze landen niet al hun troepen uit Irak terugtrekken. Nederland heeft nog een kleine groep militairen in Irak die de Iraakse veiligheidstroepen traint.
De uit Egypte afkomstige Abu Hafs al-Masri, naar wie de brigades zijn vernoemd, was een topman van al-Qaida die in november 2001 tijdens een Amerikaans bombardement in Afghanistan om het leven kwam. De naar hem vernoemde brigades eisten in maart 2004 de aanslagen in Madrid op, en wel binnen een half etmaal. Toen werd die verklaring niet helemaal serieus genomen. Er waren wel meer groeperingen die de aanslagen opeisten.
Maar nu neemt men in Spanje de Abu Hafs al-Masri Brigades wel serieus. Want onlangs dook een document op dat in de computer van de Marokkaan Jamal Ahmidan, bijgenaamd ”de Chinees”, is gevonden. Deze Ahmidan was een van de organisatoren van de aanslagen van 11 maart en hij behoorde bovendien tot de zeven terroristen die zich in april 2004 in hun flat even buiten Madrid opbliezen toen de antiterreureenheden deze flat belegerden.
Nu blijkt dat hij in zijn computer een tweede verklaring van diezelfde Abu Hafs al-Masri Brigades had. Daarin staat onder meer: „In de veldslag om Madrid was de factor tijd heel belangrijk om een einde te maken aan de regering van de laaghartige Aznar.”
Het document was gedateerd 15 maart 2004, een dag na de verkiezingen die toen door de oppositionele sociaal-democraten werden gewonnen. Vóór de aanslagen stond de regerende Partido Popular (PP) van premier José Maria Aznar nog op winst.
De aanslagplegers, zo was in diverse verklaringen te horen, wilden de Spaanse troepen uit Irak weg hebben en de sociaal-democraten kondigden direct na hun verkiezingsoverwinning aan dat die troepen inderdaad zouden worden teruggetrokken.
De Partido Popular is niet gelukkig met het feit dat dit tweede document van de Abu Hafs al-Masri Brigades pas nu boven water is gekomen. PP-woordvoerder Eduardo Zaplana herinnerde eraan dat zulke documenten hadden moeten worden behandeld in de speciale parlementaire commissie die de aanslagen heeft onderzocht en wier werkzaamheden onlangs werden afgesloten.
Hij zei dat oud-premier Aznar tegen de commissie had verklaard dat, als de verkiezingen op 7 maart hadden plaatsgevonden in plaats van op 14 maart, de aanslagen eveneens zouden zijn vervroegd en wel naar 4 maart. Volgens de Partido Popular bevestigt het nieuwe document wat men al eerder had verklaard, namelijk dat het bij de aanslagen in Madrid „om een duidelijke politieke aanslag ging die ten doel had in Spanje een regeringswisseling tot stand te brengen.”
De PP wil nu van de minister van Binnenlandse Zaken José Antonio Alonso weten wanneer men dat tweede document precies heeft ontdekt. De PP verdenkt de regering ervan essentiële informatie te hebben achtergehouden zodat de parlementaire commissie deze niet meer in haar beraadslagingen kon betrekken.
Volgens de PP hebben de sociaal-democraten zich vorig jaar door terroristen laten chanteren, en die slaan nu opnieuw in Londen toe. In Engeland heeft een mogelijk met al-Qaida verbonden groepering de aanslagen in Londen opgeëist en terugtrekking van de Britse troepen uit Irak geëist. In Engeland wil premier Blair echter geen verband leggen tussen de aanslagen en Irak, hoewel de druk om dat wel te doen steeds groter wordt. Maar Blair wil de Britse troepen nog niet terugtrekken.
De Spaanse oud-premier Aznar heeft hem onlangs om die laatste houding geprezen en erop gewezen dat, anders dan in Spanje indertijd het geval was, regering en oppositie in Engeland op dit punt één lijn trekken.