Jakarta wil rebellen Atjeh partij toestaan
De Indonesische regering zal proberen tegemoet te komen aan de eis van de Atjeese rebellenbeweging GAM om een eigen politieke partij in de provincie Atjeh te mogen oprichten.
Daarbij wordt gedacht aan een uitzonderingspositie voor Atjeh. Een lid van het kabinet, staatssecretaris Yusril Ihza Mahendra, heeft dit dinsdag gezegd.
Het is in Indonesië wettelijk verboden lokale partijen op te richten, een verbod dat is ingegeven door vrees dat lokale partijvorming separatistische tendensen in de uitgestrekte archipel aanwakkert. Mogelijk kan in de autonomieregeling voor Atjeh een speciale clausule over partijvorming worden opgenomen, zei Mahendra. „Het wordt dan een speciale zaak, die alleen geldt voor Atjeh en niet voor andere provincies”, aldus de bewindsman.
De volledige details van de overeenkomst zijn nog niet openbaar gemaakt, maar het document verleent de rebellen een vorm van politieke vertegenwoordiging. Mogelijk kan daarop worden ingehaakt. Het in Finland gesloten voorlopige akkoord zal op 15 augustus formeel ondertekend worden.
Minister van Buitenlandse Zaken Hassan Wirayuda zei dat waarnemers uit de Europese Unie en Zuidoost-Azië toezicht zullen houden op de naleving van het akkoord. Een kleine groep kwartiermakers zal volgende week een bezoek brengen aan Jakarta om te spreken over de invulling van de missie.
Atjeh heeft door de eeuwen heen lange perioden van onafhankelijkheid gekend. Ook in de Nederlandse koloniale tijd kon de provincie nooit helemaal worden onderworpen. Na de onafhankelijkheid van Indonesië, in 1949, braken diverse opstanden tegen de centrale regering op Java uit. In 1976 bundelden de onafhankelijkheidsbewegingen hun krachten en begon er een periode van verzet, waarbij zeker 15.000 mensen om het leven kwamen.