Brabantse kaasboer hoort boete eisen
Tegen kaashandelaar Den D. uit Wijk en Aalburg is maandagochtend voor de rechtbank in Breda ruim 17.000 euro boete geëist. D. lapte volgens justitie diverse keren de regels voor opslag, koeling, etikettering en vervoer van zuivelproducten aan zijn laars.
De kaasboer is actief op tientallen markten, waaronder die in Goirle, Dordrecht, Ridderkerk, Apeldoorn, Wijk en Aalburg en Goes.
Uit diverse controles van de Voedsel- en Warenautoriteit zou gebleken zijn dat D. de kaas keer op keer niet hygiënisch opsloeg, niet of slecht gekoelde zuivelproducten verkocht en dat hij houdbaarheidsdata vervalste. Ook verkocht hij een partij slagroom uit Spanje, terwijl de verplichte Nederlandse etiketten op de slagroombussen ontbraken. Bovendien werden bij diverse controles in de vrachtwagens van de kaashandel schimmels, ongedierte en uitwerpselen van dieren aangetroffen.
De Brabantse kaasboer moest al diverse keren voor de rechter verschijnen wegens overtredingen van de warenwet. Al in 2002 legde de economische politierechter Den D. een voorwaardelijke stillegging van zijn bedrijf op. Op last van het gerechtshof moest hij een bedrijfshygiëneplan opstellen.
Vorig jaar april nog dreigde zijn bedrijf weer te worden stilgelegd nadat Den D. opnieuw tegen de lamp liep. De rechtbank in Breda vond stillegging van de kaashandel op dat moment een „te vergaande maatregel.”
De officier van justitie had maandag weinig goede woorden over voor de handelswijze van Den D. „Hij trok zich niets aan van etiketteringsvoorschriften”, zo gaf de officier als voorbeeld. „Hij meende kennelijk dat hij zomaar door kon gaan met het verkopen van slagroombussen uit Spanje zonder Nederlandstalig etiket erop.”
De kaashandelaar vindt dat de Keuringsdienst van Waren erop uit is zijn bedrijf kapot te maken en dat de kranten dat proces voeden door onjuiste informatie te verspreiden. „Mijn bedrijf is bijna ten einde. Waarom komen de controleurs steeds bij mij? Links en rechts van mij plakken andere markthandelaren ook geen etiketten op buitenlands spul. Maar ik ben steeds de klos.”
Bovendien vond Den D. het verwerpelijk dat hij geen tijd krijgt de zaken op te lossen en direct een boete krijgt.
Zijn advocaat noemde het aantal controles bij de kaaskramen van Den D. „buitensporig” en „machtsvertoning” van de Voedsel- en Warenautoriteit. „Men blijft zoeken totdat men weer wat vindt. Dat is een onacceptabele werkwijze.”
Volgens hem is het gelijkheidsbeginsel geschonden, omdat omliggende kramen niet zijn gecontroleerd. Bovendien vond de advocaat dat niet bewezen is dat Den D. de houdbaarheidsdata op de productverpakkingen zelf heeft veranderd.
De officier van justitie betoogde echter dat in een van de bedrijfslocaties van Den D. een complete installatie is aangetroffen om houdbaarheidsdata te veranderen. „Het was dus geen ongelukje, maar een doelbewuste actie”, zo zei de officier. „We kunnen Den D. gewoon niet op zijn woord geloven.”
Uitspraak op 1 augustus.