Een drie jaar geleden overeengekomen staakt-het-vuren verbiedt de rebellen buiten hun eigen gebied wapens te dragen en legt de verantwoordelijkheid voor hun veiligheid bij het leger. Europese waarnemers die op het staakt-het-vuren toezien zijn vrijdag spoedberaad met de regering begonnen om te voorkomen dat de burgeroorlog weer losbarst.

Nadat vorige maand een bus met 41 rebellen op een haar na ontsnapte aan een bomaanslag gaven de Tamil Tijgers de regering twee weken om de veiligheid te verbeteren. Donderdag, de dag waarop die periode afliep, begonnen de Tijgers hun politieke kantoren in het regeringsgebied te sluiten en werden de strijdkrachten in staat van paraatheid gebracht.

In een brief die via de waarnemers aan de regering werd bezorgd zeiden de rebellen dat zij overstappen op „eigen middelen en manieren van vervoer” als de door hen gedane veiligheidsvoorstellen niet onverwijld worden uitgevoerd. De brief werd gepubliceerd op een website van de rebellen.

Een militaire woordvoerder beschuldigde de rebellen ervan sinds dinsdag meer dan tien aanvallen te hebben uitgevoerd op het regeringsleger. Een woordvoerster van de Europese waarnemers, Helen Olafsdottir, bevestigde dat de aanvallen van deze week de hevigste waren sinds in 2002 het staakt-het-vuren overeen werd gekomen. „De toestand is een nachtmerrie en bijzonder gevaarlijk”, zei zij.

Legerleider Shantha Kottegoda spoedde zich vrijdag naar Trincomalee, waar de meeste aanvallen hebben plaatsgevonden, om met veiligheidsfunctionarissen te overleggen over de te volgen strategie.

Volgens Jehan Perera, een analist van de onafhankelijke Nationale Vredesraad, bereiden de rebellen met hun eenzijdige actie de weg voor de ineenstorting van het vredesproces, „wat volkomen onacceptabel is voor de burgerbevolking aan beiden zijden”. Wat nodig is, zei Perera, is dat er meer wordt gedaan om de gemoederen aan beide kanten tot bedaren te brengen.