Caïro pakt verdachte chemicus op
Het onderzoek naar de dodelijke zelfmoordaanslagen in Londen op 7 juli richt zich meer en meer op de buitenlandse contacten van de vier vermeende daders. Vrijdag werd in de Egyptische hoofdstad Caïro een scheikundige aangehouden die in verband met de aanslagen in Londen werd gezocht. De Egyptenaar wordt ervan verdacht te hebben meegeholpen bij het maken van de bommen.
De 33-jarige Egyptenaar Magdi Mahmoud al-Nashar stond al op het verlanglijstje van Scotland Yard. Nashar studeerde scheikunde in Leeds, de stad waar drie van de vier vermeende daders vandaan kwamen. Hij woonde eerder jarenlang in de Verenigde Staten, waar hij studeerde aan een universiteit in North Carolina.
Bij huiszoeking in Nashars woning in Leeds eerder deze week heeft de politie chemicaliën gevonden die gebruikt kunnen worden om explosieven te maken. De materialen waren zo gevaarlijk, dat besloten werd de hele buurt te ontruimen en zelfs het luchtruim in de omgeving af te sluiten.
De Egyptenaar keerde kort voor de aanslagen in Londen, die inclusief de vier terroristen 54 mensenlevens eisten, terug naar zijn geboorteland. Daar zou hij volgens de Amerikaanse zender NBC „enkele dagen geleden” zijn opgepakt met hulp van de Amerkaanse federale recherchedienst FBI. Bij zijn verhoor zouden Britse agenten aanwezig zijn.
Ook in Pakistan wordt een verdachte ondervraagd. Het gaat volgens de Britse politiechef Ian Blair om een 25-jarige man met een Brits paspoort, die 18 mei bij Peshawar werd aangehouden. De Pakistaanse politie heeft besloten hem opnieuw te verhoren omdat hij mogelijk contact heeft gehad met de plegers van de terreurdaden in Londen.
Het hoofd van Scotland Yard zei te verwachten dat het onderzoek zal aantonen dat de daders van de aanslagen banden hadden met, of anders in ieder geval geïnspireerd waren door al-Qaida. Het terroristische netwerk van Osama bin Laden wordt ook gezien als de drijvende kracht achter de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001, en die in Madrid op 11 maart 2004.
Ian Blair bevestigde dat de explosieven die zijn gevonden in de woning van een van de waarschijnlijke daders in Leeds, overeenkomsten vertonen met explosieven die bij andere aan al-Qaida toegeschreven aanslagen zijn gebruikt. Hij noemde als voorbeeld Richard Reid, die eind 2001 tevergeefs probeerde een Amerikaans vliegtuig op te blazen met een in zijn schoen verstopte bom.
Drie van de vier vermoedelijke plegers van de aanslagen zijn volgens de autoriteiten van Pakistaanse origine, maar geboren en getogen in Groot-Brittannië. Van twee van hen, de 18-jarige Hassib Mir Hussain en de 22-jarige Shehzaad Tanweer, staat de identiteit inmiddels vast.
De derde dader zou Mohammed Sidique Khan zijn geweest, de vierde de in Jamaica geboren Brit Lindsey Germaine. Tastbaar bewijs daarvoor ontbreekt echter nog. De politie hoopt met DNA-onderzoek hun betrokkenheid bij de aanslagen aan te kunnen tonen.
Volgens The New York Times van vrijdag bekijkt de politie ook een mogelijk verband met een inval in maart 2004 waarbij een hoeveelheid grondstoffen voor bommen in beslag werd genomen. Toen zijn enkele Britten van Pakistaanse komaf gearresteerd, onder wie mogelijk een familielid van een van de daders van de aanslagen op 7 juli.
De Britse autoriteiten vrezen dat ultrarechtse activisten en hooligans van verschillende voetbalclubs in de regio Londen wraakacties voorbereiden op de Britse moslimgemeenschap. Dat meldde het dagblad The Guardian vrijdag op gezag van bronnen bij de politie.
Fans van onder meer West Ham, Millwall, Crystal Palace en Arsenal zouden via het internet hebben afgesproken de onderlinge vijandigheden voorlopig te staken en hun agressie te richten op moslims. Sinds de aanslagen zijn al bij talrijke Britse moskeeën bedreigingen binnengekomen. Een aantal islamitische gebedshuizen is daadwerkelijk doelwit geworden van aanslagen.