Ozonobservatorium in Argentinië
Een nieuw observatorium in het Zuid-Argentijnse Patagonië houdt sinds vorige week de dikte van de ozonlaag in de gaten. Het is een primeur voor Latijns-Amerika.
De gevoelige meetapparatuur is opgesteld in een luchtmachtbasis op 15 kilometer van Rio Gallegos, een van de grootste steden in Patagonië. Boven het zuiden van Argentinië wordt de ozonlaag soms angstwekkend dun. Dat is vooral het geval tijdens de lente, die daar in september begint. Volgens projectleider Eduardo Quel kan het observatorium meer nauwkeurige meetresultaten opleveren dan bewegende satellieten.
Het observatorium kwam er dankzij de steun van de Japanse ontwikkelingssamenwerking. De Argentijnse wetenschappers meten de dikte van de ozonlaag met laserstralen. De gegevens gaan naar het Internationaal Netwerk voor de Detectie van Veranderingen in de Stratosfeer. Daar komen nu al meetresultaten van stations op de Zuidpool en in het noordelijk halfrond samen.
De wetenschappers in Rio Gallegos zullen ook gegevens verzamelen over het broeikaseffect en de luchtvervuiling meten.
De ozonlaag is een onderdeel van de stratosfeer, die zich uitstrekt van 15 tot 35 kilometer boven het aardoppervlak. De ozon in die hoge luchtlagen houdt een groot deel van de ultravioletstraling tegen die schadelijk is voor levende wezens. De beruchte gaten die de voorbije decennia ontstonden boven de poolgebieden doen planten slechter groeien en kunnen bij mensen kanker en oogkwalen veroorzaken.
De productie en het gebruik van ozonvreters als cfk’s en methylbromide is sinds 1987 internationaal aan banden gelegd, maar wetenschappers gaan ervan uit dat de aantasting van de ozonlaag pas halverwege deze eeuw onder controle zal zijn. De laatste jaren lijkt de ozonlaag niet verder achteruit te gaan, maar er kan een terugslag komen als sommige landen weer meer ozonvreters gaan gebruiken. Dat gevaar is reëel omdat de vervangproducten duurder zijn en soms technische problemen opleveren.