In het Amerikaanse rapport wordt Iran er onder meer van beschuldigd steun te verlenen aan de Libanese Hezbollah-beweging en Palestijnse militanten die aanslagen plegen in Israël. Iran wordt vóór zes andere landen -Sudan, Libië, Syrië, Noord-Korea, Cuba en Irak- genoemd als de actiefste ondersteuner van terrorisme.

De Iraanse leider ayatollah Ali Khamenei maakte woensdag in een radiotoespraak duidelijk dat toenadering tussen Iran en de Verenigde Staten voorlopig uitgesloten is. „Het aangaan van betrekkingen met de VS op dit moment zou neerkomen op het plegen van verraad”, aldus Khamenei.

Iran verwerpt behalve de stelling dat het terrorisme steunt, ook de Amerikaanse beschuldiging dat Cuba aan Iran technologie heeft geleverd voor het maken van biochemische wapens. De Iraanse ambassadeur in Cuba, Seyed Salehi, verklaarde dinsdag dat Cuba Iran alleen heeft gesteund met kindervaccins tegen hepatitis B en medicijnen tegen onder meer aids, kanker en hart- en vaatziektes.

Ook Irak weersprak woensdag de Amerikaanse aantijging dat het betrokken is bij terrorisme. Volgens de VS richt de aandacht van Irak zich voornamelijk op vijanden van het regime van Saddam Hussein, maar dient het land ook als uitvalsbasis voor anti-Israëlische terreurgroeperingen. De staatskrant al-Thawra stelde woensdag dat de VS zelf de belangrijkste instigator van terrorisme zijn.

Hoewel Libië en Sudan wel zijn opgenomen in de lijst van landen die terrorisme ondersteunen, hebben ze volgens de VS de afgelopen jaren een aantal stappen in de goede richting gedaan en zijn ze bezig hun betrokkenheid bij terrorisme af te bouwen. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor Noord-Korea en Syrië, aldus het rapport van Buitenlandse Zaken.

Een woordvoerder van het Libische ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat Libië nooit steun heeft gegeven aan het terrorisme. Hij zei dat Libië zelf slachtoffer was van terrorisme en het altijd heeft veroordeeld. Libië wil betere betrekkingen met de VS op basis van respect en verenigbaarheid, zei hij, geen „afpersing of arrogantie.”

In Syrië noemde de politieke analist Imad Shuaibi het Amerikaanse rapport dinsdag een „interne Amerikaanse zaak”, die Syrië niet aanging. „Syrië accepteert geen beleid waarbij het de wet krijgt voorgeschreven en op die voorschriften zou moeten reageren”, zei hij.