Kamp grijpt in bij marechaussee
Het aantal brigades bij de militaire politiedienst van de Koninklijke Marechaussee gaat omlaag.
Personeel dat daardoor overschiet, gaat zich bezighouden met crisisbeheersing en internationale missies. Bij de aanstelling van nieuwe commandanten wordt sterker gekeken naar hun prestaties in het verleden.
Dat heeft minister Kamp (Defensie) geschreven aan de Tweede Kamer in een reactie op een kritisch rapport over de marechaussee. Daarin stond dat het nogal schort aan de manier van leidinggeven, dat personeel niet effectief wordt ingezet en dat het personeelsmanagement is achtergebleven bij de sterke groei van de marechaussee, die de afgelopen tien jaar tweemaal zo groot werd.
De commissie, onder leiding van de Utrechtse commissaris van de Koningin Staal, stelde verder vast dat sommige afdelingen van de marechaussee veel harder werken dan andere. Dat komt voor een deel doordat de politie ook diensten draait waarbij het personeel alleen maar op afroep beschikbaar is. De commissie adviseert deze capaciteit beter te gaan benutten.
Kamp gaat met personeel schuiven om de werkdruk beter te verdelen en gaat meer militaire politie in het buitenland inzetten. Daar zijn steeds meer politiemensen nodig, schrijft de minister. In 2006 moet er een pool zijn van 230 mensen voor buitenlandse diensten en crisisbeheersing.
De lagere echelons bij de marechaussee krijgen meer verantwoordelijkheid. De korpsstaf krijgt begeleiding en in de opleiding komt meer nadruk op leidinggeven. De bewindsman gaat tot deze maatregel over omdat de onderzoekers een kloof constateerden tussen de leiding en de werkvloer van de marechaussee.