Martic: Niet schuldig aan oorlogsmisdaad
Milan Martic, de voormalige leider van een groepering Servische rebellen in Kroatië, heeft dinsdag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden.
De 47-jarige Martic wordt er onder meer van verdacht op 2 en 3 mei 1995 opdracht te hebben gegeven tot het uitvoeren van raketaanvallen op de Kroatische hoofdstad Zagreb. Daarbij kwamen zeker zeven burgers om het leven en vielen tientallen gewonden.
Martic gaf leiding aan een groep Servische strijders die in een deel van Kroatië een Servische republiek uitriepen en was gedurende enkele jaren een vertrouweling van de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic.
Martic is een van de zes verdachten die zich onlangs vrijwillig overgaven aan het tribunaal om terecht te staan op verdenking van oorlogsmisdaden. Hij is op vier punten aangeklaagd en riskeert een levenslange gevangenisstraf als hij schuldig wordt bevonden aan schendingen van het oorlogsrecht.
Ondertussen heeft Slobodan Milosevic dinsdag zijn kruisverhoor beëindigd van Ratomir Tanic, een Servische politicus die voor het tribunaal verklaard heeft dat Milosevic in 1999 een „etnische schoonmaak” van de Servische provincie Kosovo heeft bevolen. Milosevic verklaarde dat Tanic een te lage positie heeft bekleed om over informatie te beschikken over Milosevic’ beleid.
Slechts „vijf of zes” van de zeventien verdachten van oorlogsmisdaden die nog worden gezocht door de Joegoslavische politie om te worden uitgeleverd aan het Joegoslavië-tribunaal, bevinden zich op Joegoslavisch grondgebied. Dat zei de Joegoslavische minister van Binnenlandse Zaken, Zoran Zivkovic, dinsdag op de tv-zender Studio B.
Een rechtbank in Belgrado begon op 9 mei met een uitleveringsprocedure en gelastte de aanhouding van zeventien verdachten van oorlogsmisdaden. Onder hen zijn ook de politieke en de militaire leider van de Bosnische Serviërs, Radovan Karadzic en Ratko Mladic. Het is niet bekend waar ze zijn.
Eerder op de dag had de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell bekendgemaakt dat de VS weer economische hulp gaat geven aan Joegoslavië. De ongeveer 40 miljoen dollar (44 miljoen euro) werd op 31 maart bevroren, omdat Joegoslavië onvoldoende medewerking zou verlenen aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.