Maandag is het tien jaar geleden dat zo’n 8000 moslimmannen en -jongens werden vermoord nadat Bosnisch-Servische en Servische troepen de enclave Srebrenica onder de voet liepen. De Servische regering heeft de slachting „een misdaad van enorme omvang” genoemd, maar tevens gezegd dat het belangrijk is onschuldige slachtoffers niet te onderscheiden op basis van hun nationaliteit of geloofsovertuiging. Ook zei de regering dat oorlogsmisdadigers verantwoording dienen af te leggen voor hun daden.

De regering in Belgrado staat vooral onder druk om de gebeurtenissen in Srebrenica te veroordelen sinds in juni een videoband op de Servische televisie werd uitgezonden waarop te zien was hoe Servische paramilitairen zes moslims uit Srebrenica executeerden. Daarnaast oefent de internationale gemeenschap druk uit op Belgrado om Radovan Karadzic en Ratko Mladic -respectievelijk de voormalig politiek leider van Bosnisch-Servië en de voormalige commandant van het Bosnisch-Servische leger- aan het Joegoslavië-tribunaal van de Verenigde Naties uit te leveren.

De Bosnische politie heeft donderdag twee mensen aangehouden die ervan worden verdacht explosieven te hebben geplaatst bij het Srebrenica-monument in Potocari. Daar worden maandag de moslims herdacht die na de val van Srebrenica werden vermoord.

Woensdag hield de politie al één verdachte aan. De politie had een dag eerder op twee plaatsen bij het monument explosieven gevonden die klaar waren om tot ontploffing te worden gebracht. Naar verwachting komen voor de herdenking ongeveer 50.000 mensen naar de begraafplaats van Potocari bij Srebrenica.

Vlak bij die plaats waar de massale slachting plaatsvond is opnieuw een massagraf gevonden. Dat heeft de Commissie voor Vermiste Personen van de Bosnische moslims en Kroaten donderdag gemeld.

Forensisch experts zijn begonnen met het opgraven van de resten van naar schatting honderd slachtoffers van de genocide in 1995. „Wij twijfelen er niet aan dat het Srebrenica-slachtoffers zijn, want we hebben ook documenten gevonden”, zei een woordvoerder van de commissie.

Het gaat om een zogenoemd secundair massagraf, waar de Bosnische Serviërs na de massamoord hun slachtoffers hebben herbegraven met zwaar materieel zoals bulldozers.